×

Artikel

14 december 2012

Eivind Aarset – surrealistisch klankkleurder op gitaar

Geschreven door: Henning Bolte

Dream Logic van Eivind Aarset (1961) is een exceptioneel gitaar-album, een highlight van de releases van deze decembermaand en van het hele jaar 2012! Het is tevens een mooie nieuwe stap in de muzikale ontwikkeling van deze bijzondere speler. Betrokken bij opnamen met grote namen (o.a. Ray Charles, Cher, Ute Lemper) en prominente groepen (10 jaar lang bij NP Molvær en werk met o.a. Jon Hassel, Dhafer Youssef, Arve Henriksen, Talvin Singh, Paolo Fresu, Bill Laswell) bleef hij toch lang onder de radar van veel luisteraars. Dat zal met het verschijnen van dit solo-album bij ECM ongetwijfeld veranderen!

Lijnen van verschuivingen

Aarset is niet het macho-type frontman met snelle licks en knallende zweepgeluiden. Hij is een surrealistisch klankkleurder op orkestrale elektronische velden. Door de jaren en samenwerkingen heen verschoven gestaag de gewichten en de oriëntaties in zijn spel. Van rauzend, aan flarden spelend naar liquid, van dichte luidheid naar een opener luidheid, van scalair naar modaal, van mooie bogen IMG_4021naar de schoonheid van het fragmentarische. Het blijken verschuivingen naar een steeds intenser samenhangend orkestraal geheel waarbij de melodie steeds aanwezig is hetzij verborgen hetzij direct aan de oppervlakte. Zo ontwikkelt hij zich door de jaren heen van een bijzondere kleurder in het groepsgeheel naar een het geheel omvattende klankvormer. Niet voor niets heet de laatste versie van zijn band Sonic Codex Orchestra. Dat Aarset na zijn debuut Electronique Noir (1998), Light Extracts (2001), Connected (2004), Sonic Codex (2007) en Live Extracts (2010) op het Jazz- land-label plus samenwerkingen met Dhafer Youssef en de Japan- se koto-meester Michiyo Yagi, uitkomt bij een soloplaat als Dream Logic, zijn ECM-debuut onder eigen naam, is haast logisch en getuigt van een consequente ontwikkeling. Dat ‘snel’ hem niet zo ligt is een persoonlijk ding en het maakt nog extra zin in een grote ruimte. Aarset is naar eigen zeggen niet zo op zijn gemak met de klankeigenschappen van de akoestische gitaar op zich maar zou er ongetwijfeld een eigen weg in vinden als de elektriciteit voor langer wegvalt. Met zijn muzikaal hoog ontwikkeld gebruik van elektronica zet hij een onderscheidend geluid neer dat toch duidelijk gitaristisch blijft. Het is juist dit individueel doorontwikkelde onderscheidende wat gitaristen uit Noorwegen (zoals Rypdal, Aarset, Young, Westerhus en Grydeland e.a.) zo interessant maakt (zie ook mijn artikel op All About Jazz).

Bij ECM is Aarset bepaald geen onbekende. Het begon met zijn medewerking aan Marilyn Mazurs Small Labyrinths (1995) en loopt systematisch door 2269 Xvia zijn rol in het baanbrekende album Khmer uit 1997 van NP Molvær en diens opvolger Solid Ether (2000) naar Arild Andersens Elektra-album (2004) en de wederom baanbrekende albums Cartography van Arve Henriksen uit 2008 gevolgd door Jon Hassels Last night the moon came dropping its clothes in the street uit 2009 tot aan Colour van Andy Sheppard (2010) en het nieuwste Food-album Mercurial Balm (2012).

Hij heeft een belangrijke bijdrage aan de muzikale ontwikkeling van de afgelopen 15 jaar geleverd én zijn spel is onder invloed van musici van genoemde spel-stations in belangrijke gevormd. In The Beauty Of Decay, het laatste stuk van Dream Logic, is de invloed Jon Hassell evident. “Invloeden waren voor mij Jon Hassell, Brian Eno, contemporaine muziek van verschillende aard, elektronische muziek. Én er zijn natuurlijk gitaar-invloeden, hier i.h.b. van Peter Green die op één track bijzonder duidelijk eruit kwam”. Het Albatros-gevoel dus (Albatros 1, Albatros 2). Hij spoedt zich eraan toe te voegen: “terwijl ik in Sonic Codex de rock-invloeden waar ik vandaan kom, terug liet komen, is dit het eerste album, waar ik deze kant los heb gelaten voor muziek van een andere temperatuur.”

Liquide klanken

IMG_5293Aarset begon ooit met groot enthousiasme in een heavy metal band maar kon het na verloop van tijd niet meer opbrengen iedere avond boos te doen. Als remedie begon hij als sessie-muzikant te werken (150 albums) waar hij ook NP Molvær en Bugge Wesseltoft ontmoette. Aarset bediende een breed scala (mede- werking aan 150 albums) van pop, rock, cabaret tot jazz waarbij hij gaandeweg vanuit de onder- of achtergrond zijn weg tussen de genres en stijlen vindt. Op zoek naar de muzikale vormgeving van zijn eigen klankwereld maakt hij al in de jaren 80 gebruik van elektronische hulpmiddelen. Veel speelwijzen uit de rock en de jazz voelen voor hem te star. Hij is op zoek naar klanknuances die je in het modale spel kunt vinden én hij is vooral op zoek naar liquide, vloeibare klanken waarmee je kunt schilderen. Na het elektrische uitvergroten van de gitaarklank in de jaren 60 en 70 is er ook de tijd voor – getuige de nieuwe vloeibare klanken die de jonge Bill Frisell in de jaren 80 introduceert (Frisell werkte in zijn begintijd in Noorwegen met de groep van Jan Garbarek).

Punkt

Bij de zoektocht naar liquide klankwerelden en het gebruik van elektronica wordt niet alleen oppervlakkig de klankkwaliteit van instrumenten opgepimpt. Eenmaal de doos opengetrokken, verandert het hele proces van muziek maken, de vorm waarin muziek zich manifesteert en het beluisteren van muziek. Het is o.a. aan de IMG_5268variaties van stukken zoals Close (3 variaties) aan zusterstukken zoals Active en Reactive te merken. De stukken zijn floatend en open waarbij elektronische en akoestische delen met daarin melodische en ritmische elementen, stijl- en genrefiguren op dynamische wijze in een transmuterend spel horizontaal en verti- caal mengen. Belangrijk in dat verband de aanwezigheid van Jan Bang als medemuzikant/producent (samples, dictaphone, programming) en het Punkt-studio in Kristiansand als opname-locatie. Punkt is een studio met een speciale werkwijze (net als vroe- ger de Rainbow Studios in Oslo) en een muzikaal concept van live-electronics/live-remix dat op het jaarlijkse Punkt-festival (dit jaar met Brian Eno als curator) tot uitvoering komt (zie Written in Music hier en hier en Gallery of Tones). Eivind Aarset was bij het ontwikkelingsproces vanaf het begin nauw betrokken. “Behalve Close en Hommage To Greene”, zo Aarset “zijn de stukken geheel improviserend in de studio samen met Bang ontstaan en laag voor laag in elkaar gezet.” Zij kennen elkaar van studiowerk, live-concerten en live -remixes zo inmiddels zo goed dat ze elkaar op een hoog niveau ‘diep’ aanvoelen.

David Lynch

Liquide transmuterende klankwerelden als deze ontvouwen een eigen muzikale dynamiek en associatieve logica die door intuïties en open ervaringsverwerking gevoed wordt. Aarset voelde zich aangesproken door de beelden van cineast David Lynch (1946) (o.a. Blue Velvet (1986), Wild At Heart (1990), Twin Peaks (1992), Lost Highway (1997), Mulholland Drive (2001) en Inland Empire (2006)) en door de droom-logica, het dagdromen waarover hij in het in het boek Lynch on Lynch (2005) las. Een duidelijk referentie-punt. Het duiken in ‘ongeordende’ contreien van het onderbewuste, waar de lineaire logica (qua tijd en ruimte) buiten spel is gezet, vergeven van vervreemdingen van het bekende. Horroreffecten en idylle liggen dicht bij elkaar even als verontrusting en sussing. De clou voor de musicus: conditioneringen en bepaalde routine buiten spel zetten, met de nodige openheid zijn intuïties volgen en deze versterken. Daarom, zo Aarset, zijn keuze voor de album-titel Dream Logic.

Met dank aan Eivind Aarset en Michael Engelbrecht van Manafonistas voor de gesprekken tijdens het Punkt-Festival 2012 in Kristiansand

Alle fotos © FoBo – Henning Bolte ©