×

Concert

03 maart 2017

Zeer overtuigende Matt Watts in Arenberg, Antwerpen

Geschreven door: Philippe De Cleen

Een Amerikaan in Antwerpen. Zo zouden we de in de States geboren Matt Watts kunnen omschrijven die ervoor koos om de release van zijn nieuwe album How Different It Was When You Were There in de Antwerpse Arenberg te presenteren. Deze keer zonder zijn voormalige begeleidingsband The Calicos weliswaar, al maken zij nog steeds muziek. Watts werd gisteren tijdens de albumpresentatie omringd door een uitgelezen bende rasmuzikanten van het kaliber Nicolas Rombauts, Björn Eriksson en vrouwlief Natalie Delcroix, Stef Kamil Carlens, drummer Maarten Moesen en stergitarist Geert Hellings.

Een sterrencast als het ware. Allen topmuzikanten die het nog jonge talent van Matt Watts, die ondertussen aan album nummer vier zit, voluit erkenden. Onze gedachten gingen eerst nog uit aan zijn vorige albumpresentatie, ook in de Arenberg. Toen zagen we een eerder schuchtere muzikant samen met een handvol medemuzikanten die liedjes van het eenzaam mooie Songs From A Window brachten. Deze keer echter stond een zelfzekere Matt Watts aan het stuur. Het illustreert goed de evolutie die hij als singer-songwriter maakt: zijn werk krijgt nu mee dankzij de input van Rombauts & co de vleugels die het nodig heeft om deels een ander en zelfs groter doelpubliek te bereiken. In plaats van de kale, maar efficiënte observaties van de buitenwereld deze keer een veel extravertere positie voor Watts en gevoelens en ideeën die noodgedwongen naar buiten moesten.

Watts, in strak pak, maakte meteen vaart met de woeste opener Your Love Is Not Your Own. Enkel het stof uit de woestijn moest je er dan wel bij denken. Watts & co speelden vol overgave en piekten dankzij het uiterst sfeervolle slidewerk van meestergitarist Geert Hellings al érg vroeg. Vervolgens sommeerde Watts het duo Eriksson Delcroix om een handvol nummers zoals het van het tijdloze countrypracht vergeven Just One More Man To Be Turned Loose en het rootsy Time Turns As An Engine (“if you listen closely, you can hear its belly groan”) mee te spelen. Songs die mee dankzij het electrische gitaarvuurwerk van Eriksson en de backings van Natalie Delcroix een pittige saloonsfeer opriepen.

Huidige single Joanne – een song die qua feel en sound schijnbaar ontleend was aan Nashville Skyline (Bob Dylan) – mocht vanzelfsprekend niet ontbreken. En voor wie kwam om enkel de plaatversies te horen, was er de outtake Rachel. “Fun to play”, liet Watts losjesweg verstaan. Waarom deze song het album niet haalde werd helaas niet toegelicht, maar het maakte wel duidelijk dat Watts (én producer Rombauts) over veel meer materiaal beschikten dan op het album terug te vinden was.

Watts bezong tijdens Days Have Come And Gone (stapvoets ritme, een handvol opgejaagde pianoakkoorden) hoe de tijd soms zachtjes in de ziel krast, hetgeen in de verf gezet werd door stevig slidewerk dat aan Ry Cooder herinnerde. Het hier-en-nu werd danig gevierd. En zo komt het dat het Watts helemaal niet was ontgaan dat muzikale legende Lou Reed 75 zou zijn geworden. Het verlies van Reed was een erg grote klap, zo vertelde Watts het aandachtig luisterende publiek. Die aandacht werd beloond met een fraaie versie van het o zo mooi openbloeiende Things Have Surely Changed. De song – een hoogtepunt in de set – had dezelfde eenvoud en directe emotionele zeggingskracht als sommige songs uit de catalogus van de zelfverklaarde New York City Man.

Uiteraard lag de focus op het nieuwe album. Zo hoorden we onder meer het knappe Known Thieves (met sleutelregels ” I think I now where I belong / Though I know now that it doesn’t matter anymore”) en het donkere, naar Townes Van Zandt verwijzende Endless Twisted Root passeren. Die werden opgevolgd door het erg pakkende How Many Years dat Watts schreef naar aanleiding van de zoveelste rasgerelateerde rellen in zijn thuisland. Zo kregen we hem even als protestfolkie te zien.

En dan haalde Watts zijn goede vriend Stef Kamil Carlens uit de coulissen om er de traditional Katie Cruel te spelen. Niet zomaar een cover, dan wel een stokoude, doelbewust gekozen song die erg goed illustreerde waar de muzikale roots van de Amerikaan te situeren waren. De aanwezigheid van Carlens vroeg natuurlijk ook om een liversie van Many A Friend Too Kind waarin beider stemmen elkaar mooi aanvulden.

Even de coulissen in, waarna Watts daarna samen met contrabassist Nicolas Rombauts het sobere maar traanvochtopwekkend mooie If We’ll Ever Be Here Again bracht. Heel even stond de tijd stil en fluisterde Watts zachtjes als een volleerde Leonard Cohen, hetgeen nog eens versterkt werd door erg verbeeldingsrijke tekstregels als “You lay as an orange upon my tongue / The sky scorched with smoke and cinder”. En alsof dat nog niet genoeg was deden Watts & co er nog een schepje bovenop door een krakende Merle Haggard cover terug tot leven te brengen. Van hun versie als Tonight The Bottle Let Me Down kregen we dan ook vooral veel zin in een stevige, frisse pint.

Een welverdiend applaus volgde. Maar zelfs dan was het feestje nog niet ten einde. Watts hield eraan om de Zita Swoon people in the crowd te bedanken. Met een ronduit feestelijke ode aan Zita Swoon maakte Watts de hem toegemeten negentig minuten mooi vol. Hij tekende voor een erg boeiend concert waarmee hij ongetwijfeld nieuwe fans aan zich bond. Een geweldig mooie avond waarmee het bewijs geleverd werd dat het loonde om die Matt Watts – de Amerikaan in Antwerpen die oprecht verheugd was met de opkomst – in de gaten te houden.