×

Concert

10 maart 2014

Where The Wild Things Are in staat van ontwikkeling

Geschreven door: Edgar Kruize

Het festivalseizoen 2014 is afgelopen weekend in een zonovergoten Eemhof afgetrapt door de tweede editie van Where The Wild Things Are. Een festival dat een uiterst curieus verloop kende en zich eigenlijk in niets met een traditionele festival laat vergelijken.

Natuurlijk, een festival heeft bands, acts, podia en daarvoor een publiek. Die basisingrediënten veranderen niet zomaar. Maar als Where The Wild Things Are iets laat zien, is het wel dat de wisselwerking tussen het aanbod en het publiek uiteindelijk een festival (en de daar gehouden optredens) kan maken of breken. Op drie dagen Where The Wild Things Are zie je dat het concept op momenten helemaal raak is en op andere momenten toch wat minder goed uitpakt. Maar een rechte lijn langs wat wel of niet werkt is daarin vreemd genoeg niet te trekken.

WTWTA-bowlWaar andere festivals (bijvoorbeeld Best Kept Secret) van de faciliteiten van een bungalowpark gebruik maken om het publiek te huisvesten, is het bungalowpark De Eemhof een integraal onderdeel van Where The Wild Things Are. Met optredens in de faciliteiten van het park zelf, zoals de Hamilton’s Bar of in de Action Factory. Dat betekent dus geen massale bezoekersstromingen richting een festivalterrein, maar vooral in het vroege lentezonnetje en daarop volgende zachte avonden vrolijk rondslenterende bezoekers die net zo makkelijk even een bandje gaan kijken of een dansje gaan doen als dat ze een plons in het zwembad nemen, even lekker in de bungalow blijven hangen met (nieuwe) vrienden of gaan bowlen.

Het resultaat is dat met name de Willem Ruis Sterrentent op gezette tijden niet bijster goed gevuld is en op de eerste dag eigenlijk alleen voor een puik Trentemøller écht goed volloopt. Wie een dag later – terwijl Of Montreal voor een handvol bezoekers (en soms knap vals uit de bocht schietend) z’n best staat te doen – een rondje over het terrein loopt, ziet door de raampjes van de bungalows vooral veel mensen die daar lekker aan het hangen zijn. Terwijl op dag drie de tent ook niet helemaal lekker vult voor een verder knap overtuigend Baskerville (met gastoptreden van Torre Florim van De Staat) en gek genoeg ook niet voor een populaire en fantastisch met muzikale contrasten spelende act als Moderat, dat een spannend optreden neerzet dat muzikaal tot de hoogtepunten behoort.

WTWTA-AzierDe Action Factory en Hamilton’s Bar lijken wat bezoekersdichtheid betreft meer dan de genoemde tent het hart van het festival. Hoewel laatstgenoemde verre van een ideale concertplek te noemen is, met de rare balustrades en de onhandige trap in het midden, staat het er ramvol bij de triomftocht van Crystal Antlers en een dag later bij WhoMadeWho. Club Lebowski (een bowlingtoernooi in combinatie met DJ’s van Singlefeestje) in de Action Factory zorgt voor volle bak en ook de acts op het naastgelegen podium kunnen op veel bijval rekenen. Zeker op zaterdag, als Jon Hopkins na een aarzelende start (niet alle apparatuur blijkt ingeplugd, dus dat zorgt voor wat vertraging) een machtig aanzwellende set neerzet die menig bezoeker met open mond achterlaat. Dat laatste doet Thomas Azier ook, al zal de open mond dan in veel gevallen uiteindelijk een gaapreflex zijn geweest. Want de jongeman waar iedereen echt veel van verwacht trapt sterk af en neemt zelfverzekerd het podium over. Dat neemt echter niet weg dat zijn set gaandeweg de aandacht van het publiek niet vast weet te houden, het geroezemoes aanzwelt en mensen hun vertier elders gaan zoeken.

Het bijzondere van Where The Wild Things Are is dat gewoonweg niet goed te voorspellen lijkt waar het aanwezige publiek precies warm voor loopt. Waarom is het volle bak bij een bowlingfeest en minder druk bij een zwembadfeestje? Waarom weet een band die Paradiso tweemaal uitverkoopt (Moderat) hier amper mensen op de been te krijgen? WTWTA-FFDe Staat lijkt als je de line-up in je opneemt een uitermate onwaarschijnlijke afsluiter, maar pakt de tent toch maar goed in met een dampend concert en is een ultieme afsluiter voor een festival als dit. Terwijl een band als Savages een dag eerder tijdens hun enige Nederlandse show dit jaar amper bijval (lees: een paar honderd geïnteresseerden in te grote tent) krijgt met hun spannend duistere, doch wat afstandelijke podiumpresentatie. Franz Ferdinand als absolute headliner zorgt bijna vanzelfsprekend wel voor volle bak en weet met een uitgekiende set het massaal toegestroomde publiek in no-time om de vinger te winden. Hun vlammende stapeling van hits botst echter wel weer enigszins met de verder behoorlijk avontuurlijke programmering van Where The Wild Things Are.

Wat overblijft na een weekend in het bungalowpark is het gevoel dat Where The Wild Things Are een unieke ervaring is in festivalland en alleen om die reden al bestaansrecht heeft. Met een avontuurlijke programmering die haaks staat op het burgerlijke van een bungalowpark, heeft de organisatie een erg interessante setting om mee te spelen. Maar het is ook een evenement dat duidelijk zijn definitieve vorm nog moet vinden. Het is die vorm waar ook de bezoekers duidelijk nog hun plek in moeten gaan vinden. Het is te hopen dat Where The Wild Things Are de kans krijgt met de bezoekers die vorm de komende jaren verder uit te kristalliseren, want het concept is het waard om tot een blijvende festivalseizoensopener uit te groeien.

[foto’s: Esther Schulting]