×

Recensie

Alternative

27 januari 2019

The Twilight Sad

It Won/t Be Like This All the Time

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: Rock Action

It Won/t Be Like This All the Time The Twilight Sad Alternative 4.5 The Twilight Sad – It Won/t Be Like This All the Time Written in Music https://writteninmusic.com

Het uit het Schotse Kilsyth afkomstige The Twilight Sad distantieert zich telkens weer van de sterk door de postpunk beïnvloedde subcultuur. Geniale plotwendingen, maar toch ook verlangend naar het grote gebaar. Een benadering die ook hier op It Won/t Be Like This All the Time ontiegelijk goed werkt. Hoe meesterlijk is het om dat verschil te ervaren, waardoor het een onmogelijke opgave is om je ergens onder te brengen. Wat fijn dat ze er nog steeds zijn. Muzikanten die tegen de gangbare orde rebelleren, door hier keihard een dikke zwarte streep doorheen te zetten. Al vijf albums lang wordt deze doordachte denkwijze toegepast, met steeds genoeg ruimte tussen de releases om ideeën volledig uit te werken. Vreemd genoeg wordt de plek van opgestapte drummer Mark Devine niet door Sebastien Schultz ingevuld, die de band met het ontstaande gat in het tourschema helpt, en die rol prima vervult. In de studio neemt sessie muzikant Jonny Scott met aangenaam resultaat op de drumkruk plaats. Wie met de komende concerten uiteindelijk op het podium verschijnt is nog een groot raadsel.

Als een op tilt geslagen antieke Atari 2600 spelcomputerdeuntje wordt [10 Good Reasons for Modern Drugs] opgeladen. Eenmaal warmgelopen volgt een sound die absoluut niet gedateerd aanvoelt, maar dus wel een hedendaags New Wave verwant gevoel oproept. Zanger James Alexander Graham is een groot frontman, qua uiterlijk heeft hij de nodige raakvlakken met Ian Curtis, maar daar houden de vergelijkingen op. Het tegenovergestelde van schuchter en deprimerend, meer open met een verwelkomende warme stem. Hij neemt je tijdens een wandeling door het woeste begin van Shooting Dennis Hopper Shooting bij de hand, de Glasgow regen trotserend om in de Schotse Hooglanden uit te waaien. Het ruwe, dwarse kenmerkende van de inwoners dringt zich al vrij snel op de plaat op. Geen muziek voor softies, maar eerder voor open minded realisten. Als je goed luistert dan vallen de op de achtergrond aanwezige lage prachtige bastonen van Jonathan Docherty pas op. Met The Arbor staan ze aan de basis van de dreampop. Invloeden van voor de definitieve benaming die men deze sound later toedicht. Bombastische bas en drum, omgeven door licht akoestische heldere gitaarakkoorden, in een gespreid bedje gevuld met luchtige synthesizerklanken.

Jonny Scott bewijst zich bij het opzwepende VTr, en zoals verwacht hoor je hier een brok ervaring in terug. Niet verkeerd dat hij zich definitief aan de band toevoegt, want juist een sterke ritmische eenheid is oh zo belangrijk. Laat je alle mooie poespas weg, zelfs dan nog staat er een indrukwekkende kern. Die kan je weer niet bij Sunday Day13 elimineren, daar vormen juist de keyboardpartijen van Brendan Smith het beginsel. De bandleden geven elkaar de ruimte en dringen zich niet op om een gelijkwaardig aandeel aan te leveren. Oké, soms wordt wel degelijk de grimmige I/m Not Here [Missing Face] kant opgezocht, zoals bijna elke Schotse band willen ze hun woongebied in een ultieme song samenvatten. Grauw, mistig en regenachtig, weids als de hooglanden, en benauwend en uitzichtloos als het havenmedewerkers leven. Ook hier zal de Brexit uiteindelijk zijn sporen achter laten. Niet echt een positieve ode, maar meer de hang naar het ontvluchten. Geen stofzuiger die het Shoegazer gevoel oproept, maar zo’n mechanische robot die er een hedendaagse draai aan geeft. Minder ruis in het fraaie Auge / Maschine waarin momenten van stilte het lawaai afwisselen. Loodzwaar vervolgt door de donkere statische Keep It All to Myself gothic. Alsof Scott in een hevige stortbui het drumstel bewerkt.

Girl Chewing Gum heeft een dreigend mysterieus begin, vervolgens gaat James Alexander Graham de hoogte in, en tijdens de refreinen is het een stuk luchtiger. Mooi bijna orkestraal omlijstend vervolgen we de song, met op de achtergrond dat diepzuigende. Let/s Get Lost is weer van de als basis aanwezige opdravende galopperende drumslagen afhankelijk, die er een aangenaam tempo in leggen. De rest van de muzikanten zijn meer sfeer bepalend. Andy MacFarlane ontfermt zich over meerdere gitaren, welke allemaal een stukje aandacht opeisen. Bij Videograms horen we een sound waar veel beginde jaren tachtig postpunk bands jaloers op zijn. De perfecte link tussen het ijzige en het dromerige, onderbroken door een paar rustgevende zachte keyboardklanken. It Won/t Be Like This All the Time weet niet eens meer te verrassen, zo verwend zijn we ondertussen geraakt aan het majestueuze niveau waar The Twilight Sad altijd op functioneert.



  1. [10 Good Reasons For Modern Drugs]
  2. Shooting Dennis Hopper Shooting
  3. The Arbor
  4. VTr
  5. Sunday Day13
  6. I/m Not Here [missing face]
  7. Auge/Maschine
  8. Keep It All To Myself
  9. Girl Chewing Gum
  10. Let/s Get Lost
  11. Videograms