×

Recensie

Alternative

23 augustus 2019

Sleater-Kinney

The Center Won't Hold

Geschreven door: Edwin Hofman

Uitgebracht door: Caroline International

The Center Won't Hold Sleater-Kinney Alternative 3.5 Sleater-Kinney – The Center Won’t Hold Written in Music https://writteninmusic.com

Sleater-Kinney vestigde haar naam natuurlijk al in de tweede helft van de jaren negentig, dankzij albums als Call The Doctor en Dig Me Out. Het trio uit het noordwesten van de Verenigde Staten wist het momentum echter knap vast te houden tot 2005, toen het welluidende album The Woods aangaf dat de band nog steeds meetelde.

Het was opvallend dat de groep na een pauze van 10 jaar met het prima No Cities To Love haar grootste publiek ooit trok. Dat had niet alleen met de sterke reputatie van Sleater-Kinney en nostalgie te maken. De comedy show Portlandia, waar frontvrouw Carrie Brownstein een grote bijdrage aan leverde, was in de jaren ervoor een groot succes geworden.

Sleater-Kinney deinst er op The Center Won’t Hold niet voor terug zich bloot te geven en te confronteren met eerlijke teksten. Het album moest echt een plaat worden van vrouwen van in de veertig, een plaat gemaakt in een tijd waarin publiekelijk ouder worden iets is om te ontkennen of in een boog omheen te lopen. Althans, die indruk krijg je nogal eens. De schril gezongen pianoballad Broken is een en al eerlijkheid: ‘I thought I was all grown up right now / But I feel like I’ll never be done’. In de scherpe electropunkpop van LOVE is de band strijdbaar: ‘There’s nothing more frightening and nothing more obscene / Than a well-worn body demanding to be seen / Fuck’.

Het vuur brandt derhalve nog steeds, al verliet drumster Janet Weiss de band voor de release van dit album. Als reden gaf ze aan dat het tijd was om verder te kijken nu de band een nieuwe richting was ingeslagen. Hiermee doelde Weiss, naar het zich laat aanzien, op het geluid van The Center Won’t Hold. Dat geluid is, vooral door het aantrekken van producer Annie Clark, beter bekend als St. Vincent, inderdaad een stuk elektronischer en ‘geproduceerder’ dan voorheen.

Er zullen, net als Weiss, mensen afhaken bij het beluisteren van het album. Toch is de plaat zeker de moeite waard. Het begint al met de titeltrack, die verrassend industrieel start en een mooie opbouw kent richting een ouderwetse climax. De single Hurry On Home is een noeste, seksueel geladen track die er mag wezen. Daartegenover staat de kwetsbaarheid van Reach Out, een indringende en stemmige elektronische indiepopsong. Het ruim vijf minuten klokkende RUINS is donker en apocalyptisch. In het uitdagende Bad Dance komt het einde der tijden specifiek ter sprake.

Sleater-Kinney maakt zeker nog indruk, voor wie het wil horen, alleen gaan de songs wel even anders verpakt. Tekstueel is de band ook nog steeds erg betrokken: ‘Everyone I know is tired / But everyone I know is wired, to machines, it’s obscene’, klinkt het op Can I Go On. Op Restless laat de band een subtiel jengelend indiepopgeluid horen, ondertussen verzuchtend hoe rusteloos het leven wel niet is. The Future Is Here laat mooie postpunksferen samengaan met dikke elektronica. De toekomst is hier, maar de eenzaamheid is groter dan ooit.

Gezien de thematiek van The Center Won’t Hold en het tijdsgewricht waarin deze plaat tot stand kwam, is het niet zo gek dat Sleater-Kinney het muzikaal over een andere boeg wilde gooien. Soms volgt het geluid te veel de huidige, algemene productienormen. Dit ondermijnt de band wat. Op andere moment valt alles mooi samen en heeft Sleater-Kinney zichzelf overtuigend ‘opnieuw uitgevonden’.



  1. The Center Won't Hold
  2. Hurry On Home
  3. Reach Out
  4. Can I Go On
  5. Restless
  6. Ruins
  7. Love
  8. Bad Dance
  9. The Future Is Here
  10. The Dog / The Body
  11. Broken