×

Concert

23 april 2019

Motel Mozaïque 2019: een kleurig maar altijd liefdevol muziekpalet

Geschreven door: Natalie Polman

De zon scheen aangenaam warm, de mensen hadden een zonnig humeur en ze waren helemaal klaar voor de 19e editie van Motel Mozaïque, een Rotterdams kunstenfestival voor liefhebbers van theater, kleurrijke performances en beeldende kunst maar vooral – veelal nieuwe – prikkelende muziek, op locaties door de hele stad.

Written In Music was er van 2014 tot en met 2017 bij, sloeg toen een jaartje over en kwam in 2019 langs in Rotterdam, voor twee dagen ‘MOMO’, de vrijdag en zaterdag.

Vrouwen domineren op een hele Goede Vrijdag

Donna Blue zijn Danique van Kesteren en Bart van Dalen, een liefdeskoppel dat een band begon nadat Danique een zelfgeschreven liedje cadeau deed aan haar liefje. Bart, die zijn vriendin na tien jaar voor het eerst hoorde zingen, hoorde haar potentie direct en Donna Blue was geboren; sensuele droom-pop waarin onder meer de gemeenschappelijke liefde voor liedjes uit oude Franse films duidelijk grote inspiratiebron is. De eerste paar singles leverden de twee 25 shows op tijdens de afgelopen Popronde en Elton John draaide hun nummer Sunset Blvd tijdens zijn radioshow op Beats 1.

Op Motel Mozaïque zijn zij – inclusief vaste drummer en bassist – onze opener, op de zevende etage van het Groot Handelsgebouw, op een podium voor een enorme raampartij in een klein zaaltje. De mysterieuze silhouetten van de muzikanten krijgen dankzij de podiumlampen gezichten, maar verder blijft het mystieke gehalte hoog. Elk liedje heeft een eigen karakter, soms meer dromerig, soms meer speels, dan weer meer sferisch en Tarantino-filmisch maar continu is de verliefdheid die van de show af spat, niet alleen wegens de vertederende chemie tussen Danique en Bart, die elkaar soms bijna lijken te gaan kussen vlak voordat ze samen in één microfoon zingen, maar wegens de hele band, die het hele optreden met een tevreden glimlach speelt. Bovendien weet Danique met haar dromerige blik, zwoele stem en langzaam door de lucht zwierende armen haar hele omgeving zodanig te verleiden dat het publiek muisstil zit te luisteren, soms licht mee-knikkend op de beats. Een op alle punten fantastische en meeslepende show.

Donna Blue op Motel Mozaïque 2019

Donna Blue op Motel Mozaïque 2019

De avond is gevallen als Drahla uit Leeds het podium van Rotown opstapt. Na een paar grandioze singles en de geweldige Third Article EP, die liefhebbers van Sonic Youth en de grote post-rock bands van weleer zullen bekoren, is het op 3 mei tijd voor de eerste langspeler Useless Coordinates. Vanavond horen we veel werk van dit album, waarin de melodische baslijnen van Rob Riggs heerlijk grommen en drummer Mikey Ainsley een met een heerlijk jeugdig enthousiasme zijn kit bewerkt. Zangeres en gitariste Luciel Brown vertrekt haar gezicht tijdens dit alles niet één keer en haar timide en stoïcijnse staat zullen bij de act horen, maar het oogt wat lusteloos, wat zorgt voor een bepaalde afstand, en dat is zonde. De muziek verdiend het om gehoord te worden en dus ook een zangeres die nét dat beetje meer overtuigingskracht erin legt.

We besluiten het voor mij nog onbekende – het festival draagt tenslotte het motto ‘Get to know the unknown’ Pom Poko op te zoeken in WORM. Dit viertal, vernoemd naar een Japanse animatiefilm, maar ontstaan in Noorwegen maakt een dwarse mix tussen blije pop, mathrock en noise en bracht onlangs debuutalbum Birthday uit. Frontvrouw Ragnhild Fangel – blonde vlecht, tweedelige marine-blauwe outfit met schattige bolletjes erop – is een, zoals ze dat noemen, echte spring-in-’t-veld die met gemak een halve meter de lucht in springt en met haar expressieve gezicht en stem – die net als haar lijf bijzonder hoog komt – het publiek bezweert. Samen met haar hyper-energieke bandleden krijgt ze het publiek op haar hand. Het optreden eindigt in een gestroomlijnde destructie, waarbij de snaredrum van het drumpodium af wordt geduwd. Het applaus is oorverdovend.

Cherry Glazerr is het geesteskindje van Clementine Creevy, die op haar zestiende met de band begon als een soort high school project. Na de eerste albums volgde een flinke ommezwaai, wat onder meer betekende dat haar oorspronkelijk bandgenoten het veld ruimden en er een volledig nieuwe band – met lijpe toetseniste – voor in de plaats kwam. Daar kwam twee jaar geleden Apocalipstick uit voort. Maar een nieuwe fase is aangebroken en dit jaar bracht Creevy Stuffed & Ready uit, waarin het instrumentarium weer terug wordt gebracht naar gitaar, bas en drums. Op dit album staan rauwe en energieke garagerock-liedjes en daar laat ze genoeg van horen vanavond in een volle, hete en liefdevolle Rotown, waar ze behalve haar band ook twee enorme opblaaskersen naartoe heeft meegenomen. Ook haar zangstem – Creevy heeft een nogal dun stemmetje – lijkt ze eindelijk goed vorm te kunnen geven. Clementine – regelmatig haar haren los schuddend, begint de rockster te worden die ze altijd wilde zijn.

We blijven rond Rotown hangen en pakken een stukje van Juniore mee. Dit Franse trio valt in eerste instantie op door de enorme bolhoed van de toetsenist op. Vervolgens weet de band met hun feelgood-muziek ook goed te bekoren.

Dan is het een uur na middernacht tijd voor Cocaine Piss in het poppodium en een mengsel van fans en nieuwsgierigen wacht ongeduldig tot het eindelijk zo laat is. Deze punkband uit het Belgische Luik valt vooral op wegens die gekke zangeres – Aurélie Poppins – die met haar hoge stem allerlei vaak onverstaanbare gekkigheid uitkraamt en de ultra-snelle en vooral ultra-korte liedjes (gemiddeld duurt een nummer een minuut of anderhalf). Bij het uitkomen van ‘doorbraakalbum’ The Dancer (2016) werd de band veel vergeleken met Melt-Banana, de Japanse band met een soortgelijke vocalen en korte snelle en vooral harde liedjes. Inmiddels is album nummer vier (Passionate and Tragic) uit en daarop horen we meer Nirvana-achtige riffs, wordt het gas af en toe terug genomen en horen we ook Aurélie’s ‘normale’ zangstem. Die variatie maakt Cocaine Piss één van de meest opwindende en interessante bands in haar genre – als je daarvan kunt spreken, want Cocaine Piss creeërt bijna een eigen genre. Op MOMO laat de band en vooral Aurélie ook nog eens aan het publiek zien dat ze niet voor niets wakker zijn gebleven; haar zwarte lipstick bevindt zich al snel niet meer op haar lippen, maar eromheen en sommige mensen in het publiek – hebben haar adem in hun gezicht gevoeld, want ze wandelt – zoals vaak – gezellig de moshpit in om daar ‘slachtoffers’ te zoeken om in het gezicht te gillen.

De dag die als een Stille Zaterdag begon en luid eindigde

De Oekraïense pianist Lubomyr Melnyk haalt 19 noten per hand per seconde dus dat willen we meemaken. Melnyk – lang grijs haar en lange grijze baard, glinsterende pretoogjes – gebruikt zijn moment in het programma om veel te praten – zo noemt hij ‘Holland’ een niet-specifiek spiritueel land en houdt hij alvorens hij het toepasselijk getitelde The End Of The World speelt een pleidooi tégen elektrische auto’s – het produceren van de batterijen voor deze wagens kost meer diesel dan elke brandstof-gedreven auto een heel autoleven lang opslurpt – maar het publiek vergeeft hem. Hij maakt van de Arminiuskerk heel even een heilige plek met zijn ‘continious music’, waarbij velen – iedereen zit, deels op de grond – de ogen sluiten en zich mee laten voeren. Als bijen op de honing vliegen ze aan het einde af op de merchandisetafel, tot zichtbaar genoegen van Melnyk.

Lubomyr Melnyk op Motel Mozaïque 2019

Lubomyr Melnyk op Motel Mozaïque 2019

We togen deze middag naar de Rotterdamse schouwburg voor Melanie de Biasio, die met haar warme fluisterstem, dwarsfluit en geweldige band een broeierige en sensuele sfeer creeërt, die je letterlijk de adem neemt en vervoert naar een surreële wereld ver weg van het theater, het festival, Rotterdam en het kraakheldere daglicht, naar een duistere mystieke wereld.

We blijven nog even in de kalmere regionen van de muziek, met FELBM in de Arminius. Felbm is wat je krijgt als je telefoon op auto-correct staat en je Eelco intypt, en jawel, het is dan ook het project van Eelco, achternaam Topper, uit Utrecht. Vandaag heeft hij onder meer Nana Adjoa meegenomen in zijn band en speelt hij instrumentale zomerse relax-pop met een jazzrandje. Het luistert heerlijk weg en leent zich uitstekend om een beetje bij te mijmeren, maar dat is ook meteen een valkuil; niets blijft specifiek hangen.

Kokoroko bouwt een feestje in de schouwburg en wij zijn uitgenodigd. Deze jonge Londense achtkoppige formatie maakt Afrobeat en jazz in een hip jasje en het staat ze goed. Met liefst drie blazers (waarvan trompettiste Sheila Maurice-Grey bandleider is), conga’s en acht stralende bekkies voelen we de zon gewoon door de muren en het dak van het gebouw schijnen en dansen we ineens vanuit onze heupen.

Na de avondmaaltijd aanschouwen we Swine Tax. Deze driekoppige band uit Newcastle maakt bijzonder aanstekelijke combi tussen post-punk en powerpop. Het eerst ietwat schuwe publiek gaat langzamerhand tamelijk uit zijn dak en juicht helemaal wanneer zanger/gitarist Vince Lisle het publiek inspringt en semi-agressief de laatste noten eruit ragt. Fijne verrassing.

We pakken nog snel de laatste minuten van het optreden van The Homesick mee. Deze driekoppige band hailing from Dokkum gaat alweer een aantal jaar mee en gaat vooral erg lekker in het buitenland (Yuko Yuko, het soloproject van zanger Elias Elgersma, werd zelfs opgepikt in Mexico). De heren hebben nieuw werk dat iets minder post-punk klinkt en meer wegheeft van progressieve en artrock. Je moet ervan houden, gelukkig komt er ook ouder werk voorbij, zo sluit de band af met het geniale The Best Part Of Being Young Is Falling In Love With Jesus. De proppievolle Rotown houdt ervan.

We gaan terug naar Vibes, waar we net Swine Tax zagen, voor The Dandelion. Deze band rondom Natalie de Silver grijpt terug naar de muziek flower powertijd, zowel van de bands als de (western)films van toen – en De Silver gebruikt daarvoor niet alleen haar gitaar, maar ook een dwarsfluit. Neem daarbij de pakkende baslijnen, spacy toetsen en zwoele blikken van De Silver en de Vibes is om.

We waren een aantal jaren geleden ook al onder de indruk van de band Yak. De drummer van deze Britse band lijkt verdacht veel op Jack White trouwens, maar dat terzijde. Yak grijpt al het goede van rockmuziek, gooit dit in een mixer, smijt er extra bravoure, psychedelica en noise doorheen brengt het geheel met een brutale swagger waar je U tegen zegt. Zanger/gitarist Oliver Henry Burslem, volledig in het wit gekleed, bevalt het maar niets dat het publiek lauwtjes reageert op zijn podium-uitspattingen – hij schreeuw-zingt onder meer in een kleine megafoon – dat hij naar de geluidsman in de zaal roept ‘Turn it up!’ maar in plaats van met zijn wijsvinger gebaart hij daarbij met zijn middelvinger. Het werkt. De eerste echte moshpit van het festival is een feit en Burslem springt het publiek in, trapt zijn microfoonstandaard op de grond en omdat ‘ie daarna niet meer werkt, schreeuwt hij zijn laatste regels dan maar onversterkt de zaal in, met een woeste en licht angstaanjagende kop.

Dan de vraag van vandaag: gaat Fontaines D.C. iets diks neerzetten? De Ierse jongens van deze band hebben net hun album Dogrel uit maar zijn al immens populair. De frisse melodische post-punk met een goede vleug schurende britpop van de band, wiens frontman een zelfde soort schreeuwzang uitspuwt als The Fall’s Mark E. Smith en wiens uitstraling doet denken aan Joy Division’s Ian Curtis, slaat vanaf de eerste seconde aan. Kan ook bijna niet anders, want niet alleen zijn de liedjes ontzettend aanstekelijk, het hele geheel klopt. De pinnige blik en immer brutale bakkes van frontman Grian Chatten is licht angstaanjagend maar wanneer mensen massaal het refrein van Too Real mee scanderen, schemert er een glimlachje door.

Fontaines D.C. op Motel Mozaïque 2019

Fontaines D.C. op Motel Mozaïque 2019

We eindigen onze avond en Motel Mozaïque 2019 met het Turks-Nederlandse Altin Gün. Deze band haalt zijn mosterd van psychedelische Turkse rockbands uit de jaren 60 en 70 en maakt daar heerlijk dansbare en catchy liedjes van. De hele schouwburg danst dan ook – de mensen die zitten dansen in hun hoofd mee, kan niet anders. Eén man wordt tegen het einde door zangeres Merve Dasdemir het podium opgehaald, maar oplettende bewaking trekt hem er bijna op hetzelfde ogenblik weer af, tot verontwaardigd gejoel van het publiek en teleurstelling van Dasdemir, die dan maar op de man afloopt, die naar de zijkant van de bühne is gedirigeerd, om hem een troostknuffel te geven. Het saamhorigheidsgevoel is groot.

MOMO 2019 was er één om lang te koesteren.