×

Interview

06 oktober 2015

Mercury Rev vindt vorm in een veranderde wereld

Geschreven door: Edgar Kruize

Label: Bella Union

Met het album The Light In You is Mercury Rev weer terug aan het albumfirmament. Zeven jaar na hun vorige boreling Snowflake Midnight ligt het muzikale landschap er echter volledig anders bij. Daar keken frontman Jonathan Donahue en gitarist Grasshopper wel even van op.

In de catacomben van het Fontys Tilburg Conservatorium loopt de tandem die het overgebleven hart van Mercury Rev vormt druk rond. Instrumenten worden ingepakt, er wordt gepraat, er worden snoeren uitgezocht. De eerste repetities met het orkest waarmee ze later die week op zullen gaan treden in het kader van Incubate zitten er op. Donahue kijkt tevreden. “We hebben dit orkest nooit eerder ontmoet. We hebben, op enkele semi-akoestische optredens met een klein kamerorkestje na, zelfs nooit eerder met een orkest opgetreden. Dit is superspannend voor ons.” Gitarist Grasshopper (echte naam: Sean Mackowiak) voegt zich bij de zanger en wijst naar toetsenist Jesse Chandler (ook bandlid in Midlake). “Jesse heeft de arrangementen gemaakt en heeft daar veel tijd in gestoken. Het werken met een orkest gaat ons niet zozeer om het opschroeven van het volume en het voller laten klinken van ons geluid. Laat dat maar aan bands als Guns ’N Roses over. Wij willen echt een toegevoegde waarde bieden. Het telefoontje met de uitnodiging van Incubate deed ons enorm opveren, zelf hebben we nooit budget gehad om op deze manier op te kunnen treden. Daarom heeft Jesse ook arrangementen geschreven die de nummers een extra dimensie geven. Een dimensie die we anders live nooit kunnen brengen.”

WiM: Mercury Rev is live hoe dan ook een ander beest dan op de plaat. Jullie rocken doorgaans meer en dat geeft de sprookjesachtige liedjes vaak een heel andere lading.
Grasshopper: “Als we op het podium staan, worden we door onze eigen muziek verzwolgen. Dan ga je automatisch steeds een tandje harder spelen en dat is goed. Met een orkest werken is anders en dat maakt het voor ons ook enorm spannend.”

WiM: Als ik zo naar de piepjonge muzikanten in het orkest kijk, kropen de meesten net uit de luiers toen jullie in 1998 internationaal doorbraken met Deserter’s Songs. Hoe was hun reactie op jullie werk. Kenden ze het überhaupt wel?
Donahue: “De meesten zullen inderdaad geen idee hebben gehad en missen de context waarin ze onze muziek moeten plaatsen. Maar het mooie van muziek is dat het tijdloos is. Raakt het je, dan maakt het niet uit wanneer of door wie het geschreven is en ik heb het idee dat het de meesten wel weet te raken, ze musiceren heel bevlogen. Weet je wat zo mooi is, ze zijn nog jong. Tussen je 14e en je 21ste ligt de wereld voor je open. De meesten wisten vijf jaar geleden misschien nog niet eens dat ze muzikant wilden gaan worden. Die bevlogenheid die met jeugd komt, is magisch.”

WiM: Het is eigenlijk zonde dat die arrangementen nu geschreven zijn en het bij een eenmalig optreden blijft…
Grasshopper: “Dat vinden wij ook, hopelijk kunnen we in 2016 een manier vinden om vaker met een plaatselijk orkest te spelen. We doen daar graag meer mee.”

Mercury-Rev-The-Light-In-YouWiM: Het orkestrale is dan ook iets wat Mercury Rev tekent, ook weer op jullie nieuwe album The Light In You. Wat trekt jullie zo aan in dat geluid?
Donahue: “We spelen graag met contrasten. Mensen noemen ons ‘psychedelisch’, maar wat is dat precies? We zijn door zo veel bands en artiesten beïnvloed, velen daarvan vallen ook in het hokje ‘psychedelisch’ maar klinken totaal anders. Wij houden van avant garde, maar ook van pure pop. Daar spelen we mee door avant garde in een popcontext te plaatsen. Maar we houden ook van breed georkestreerde muziek. Al die invloeden maken ons tot wie we zijn en ik vind het prachtig om ergens een bijna Disney-achtige saus over heen te gieten.”

Donahue spreidt zijn armen en neuriet op luid volume de intro van The Dark Is Rising van het album All Is Dream uit 2001. Achter hem kijken de opruimende conservatoriumstudenten geamuseerd toe. “Zie je, dat bedoel ik. Het neemt je in je hoofd direct mee naar sprookjesachtige sferen. Niet op een Diamanda Galas-achtige manier, die is heel erg ‘oout there’. Nu ik er zo over nadenk zou ik ons als ‘popular standard’ willen bestempelen. Muziek waar bijvoorbeeld ook Billie Holiday wel raad mee zou weten, Frank Sinatra. Maar dat is puur muzikaal. Tekstueel is het van andere orde.”

WiM: Inderdaad, de tekst van dat nummer – en van veel van jullie werk – is nu niet bepaald ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’…
Donahue: “Nee, tekstueel gaat het bij ons meestal vrij snel bergafwaarts, hahaha. Al is dat op ons nieuwe album als je het van begin tot eind opzet exact omgekeerd.”

WiM: The Light In You begint dan ook allerminst licht inderdaad, maar de weg die wordt bewandeld leidt naar bijna uitbundig te noemen euforie. Vertaalt de richting die het album neemt ook jullie persoonlijke reis over de afgelopen jaren?
Donahue: “Weet je, we zijn kunstenaars en ons persoonlijke leven sijpelt uiteraard door in onze muziek. Maar we zijn ook kunstenaars die daar een artistieke draai aan geven en dus moet je daar tegelijk niet al te zwaar aan tillen. Wel kan ik zeggen dat dit niet het album is dat we vooraf dachten dat het zou gaan worden. Gaandeweg begon dit thema zich af te tekenen en daar zijn we op verder gaan bouwen.”

WiM: Het heeft ook best lang geduurd voor dit album er was, was het een zwaar proces?
Donahue:
“Muziek maken is min of meer hetzelfde als tuinieren. Je stopt een paar zaadjes in de grond, je geeft ze water, verzorgt de opkomende plantjes en uiteindelijk beginnen er bloemen te groeien. Sommige zien er heel anders uit dan je verwacht, anderen verdorren meteen. Zo is het met liedjes ook. Je ideeën kunnen tot de prachtigste bloemen uitgroeien, of het blijkt onkruid. Het enige wat ik jammer vind is dat de boel niet wat eerder tot bloei is gekomen. Maar daar doe je niks aan, dat is een proces.”

Grasshopper grinnikt. “Bloemen? Echt waar?” Hij, kersvers vader overigens, ziet zelf eerder de vergelijking met kinderen. “Je hoopt bij ieder kind dat het een creatief, mooi mens wordt. Maar ja, je hebt er ook die op een gegeven moment zeggen ‘pap, ik wil accountant worden’. Tsja, wat doe je dan? Hou je er minder van? Tuurlijk niet, maar je loopt er toch wat minder mee te koop, hahaha. Veel journalisten vragen ons wat we de afgelopen zeven à acht jaar hebben gedaan. Het is echter niet zo dat we hebben geluierd. We hebben veel opgetreden, ook veel gewerkt aan nieuw materiaal. Maar als het niet goed genoeg is, moet je dat ook niet uitbrengen. Nú is het goed en vervolgens blijken er jaren vervlogen.”

WiM: Jullie hebben dit album voor het eerst zelf geproduceerd. Waar jullie doorgaans veel in jullie thuisstudio opnamen, is ditmaal onder meer opgenomen met Ken Stringfellow in Parijs. Vanwaar dit drastisch veranderde proces?
Donahue:
“We hebben ons door de muziek laten voeren. We hebben daardoor niet alleen in Parijs opgenomen, maar Ken wist ons ook naar Wisseloord Studio’s in Hilversum te krijgen. Dat hebben we in de zomer van 2014 gedaan. Hoeveel er van de opnames daar uiteindelijk gebruikt is op The Light In You, dat weet ik in alle eerlijkheid niet. Feit is dat het een legendarische plek is, waar alle groten der aarde hebben gewerkt. Alleen de mogelijkheid om daar te kunnen werken, was voor ons bijzonder genoeg om die met beide handen aan te grijpen.”
Grasshopper: “Los van het opnemen, is dat produceren voor ons iets geweest waar we in de loop der jaren gewoon zijn ingegroeid. We hadden altijd al een heel sterke mening over hoe onze albums moesten klinken en in tijden waarin je met het opnemen van een album toch op de kleintjes moet gaan letten, is het zelf doen een natuurlijke stap geweest.”

WiM: Dit is tevens jullie eerste album op het Bella Union label. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen?
Donahue: “We hebben gewoon erg veel geluk gehad dat Simon (Raymonde, Bella Union-labelbaas – red.) ons wilde hebben. Bella Union was onze enige keus, het enige label waar we dit album naartoe hebben gestuurd. Het label doet me denken aan de meer ‘artist oriented labels’ die je eind jaren zestig had, zoals Reprise. Hun drijfveer is nog altijd het uitbrengen van mooie albums en dat maakt het een label waar we graag op wilden uitbrengen. We hebben ze inmiddels allemaal wel gehad en in alle eerlijkheid heb ik nu voor het eerst het gevoel dat we als muzikanten serieus zijn genomen.”
Grasshopper: “Het feit dat Simon zelf muzikant is, helpt daarbij enorm. Hij snapt het proces, voelt waar je mee bezig bent. Als we het toch over productie hadden, hij heeft er voor een groot deel bij geholpen. Niet door in de studio aanwezig te zijn, wel door op de ruwe mixen af en toe wat tips of suggesties te geven. Nooit op een manier van ‘we hebben nu nog een hitsingle nodig’, wel altijd vanuit een constructief meedenken.”
Donahue: “Dat is ons in de 25 jaar dat we nu bestaan nooit eerder gebeurd. Het was overigens Simon die in het ruwe materiaal voor het eerst de transitie van het donker naar het licht hoorde. Hij suggereerde ons om daar bij het samenstellen van de volgorde van de tracks rekening mee te houden en dat bleek een schot in de roos.”
Mercury-Rev-Central-Park
WiM: Het muzieklandschap anno 2015 ligt er volledig anders voor dan in 2008 toen jullie vorige album uitkwam. Veel artiesten brengen niet eens meer albums uit, omdat het vooral tracks zijn waar het publiek naar luistert.
Donahue:
“We zijn ons een hoedje geschrokken hoe erg de muziekwereld was veranderd in de laatste jaren. Qua optredens niet, en daar we dat nog regelmatig hebben gedaan is daar niets opgevallen. Maar ik vind het schokkend hoe erg het landschap voor een opnemende band als de onze is veranderd. Bijzaken zijn de hoofdmoot van het artiestenbestaan gaan vormen. Er is zo veel druk om op alle sociale media aanwezig te zijn, elke dag maar foto’s posten van waar je mee bezig bent. Je ziet jonge muzikanten onderling strijden om zo veel mogelijk aandacht, zonder dat deze uitgaat naar hun muziek. De jeugd heeft de rust niet meer om meer dan een los liedje te luisteren, alles gaat snel, snel, snel… Je ziet mensen alleen maar rennen. Ze hebben idee waar ze heen gaan, maar ze rennen zo hard.”
Grasshopper: “Het haalt de mystiek uit het muzikantenbestaan. Wij komen nog uit een tijd dat je gewoon maanden niets hoorde van een artiest en ineens was daar een album. Met het risico om heel oud te klinken, ik denk dat muziek er beter van wordt als je daar in alle stilte aan kan werken zonder dat je daarbij de hele dag maar rekening moet houden met het bijpraten van de fans. Vandaar dat wij die slag nog niet gemaakt hebben en we nu soms letterlijk met de mond vol tanden staan als journalisten ons opeens ons naar onze favoriete designer of favoriete fruit vragen.”
Donahue: “In Amerika is het momenteel zo dat vrijwel elke journalist ons dergelijke generieke vragen stelt. Of ze vragen naar iets wat ze over ons op Wikipedia hebben gelezen. We horen nooit meer ‘ik luisterde naar je album en dit voelde ik daar bij’. Men neemt – of heeft – de tijd niet meer om zich in muziek te verdiepen. Dat is echt een ontwikkeling van de afgelopen zeven à acht jaar en ik kan er de vinger niet op leggen of dit nu komt omdat er in het hedendaagse medialandschap geen ruimte meer is om dieper op muziek in te gaan, of omdat men gewoonweg niet geïnteresseerd is. Voor een band als de onze, die zich vooral met het inhoudelijke van het muziek maken bezig houdt, is dat heel lastig. Gelukkig is daar ook een tegenbeweging, niet voor niets wordt vinyl weer steeds populairder. Mensen verlangen weer terug naar de rust die je moet nemen om optimaal van muziek te kunnen genieten. Het gaat niet om mij, het gaat niet om Grasshopper. Het gaat om de muziek.”

WiM: Is dat de reden dat op geen enkel Mercury Rev-album een bandportret de cover siert?
Grasshopper:
“Daar zeg je wat. Onbewust denk ik het wel, eerlijk gezegd.”
Donahue: “Al zit er bij toeval wel een grote foto in de klaphoes van onze nieuwe LP, maar dat is inderdaad voor het eerst in lange tijd.”

WiM: Ik heb het gevoel dat we met zijn allen op een muzikale splitsing staan. Enerzijds keert een grote groep liefhebbers naar binnen toe, die hoeven niet alles te horen, kopen heel bewust albums en nemen daar de tijd voor, anderzijds is er de massa die – zoals jullie net aangeven – blijft rennen en muziek ook steeds meer als behang gebruikt maar via allerhande streaming media wel zo veel mogelijk in hun bereik willen hebben, liefst zo goedkoop mogelijk.
Donahue: “Vergeet niet, dat is er altijd al geweest en daar is op zich ook helemaal niets mis mee. Het punt is alleen dat heel veel bands in die vaart er volkeren mee willen omdat ze denken dat het hoort en dat komt de kunstvorm die muziek is niet ten goede. Als je heel bewust de beslissing neemt dat je als artiest niet mee wil met de Rihanna’s van deze wereld, heb je jezelf bevrijd om te doen wat je wil.”

WiM: Hoe gaan jullie met die vrijheid om? Jullie zijn de enige twee oerleden van Mercury Rev, hoe werken jullie samen?
Donahue:
“Als Grasshopper er niet zou zijn, dan zou ik de hele dag in huis zitten, cassettebandjes vol ideeën opnemen en deze vervolgens in de kast laten liggen. De wereld zou ze niet horen. Dat is voor mij geen echt doel, ik schrijf omdat het nu eenmaal bij me hoort. Grasshopper is degene die mij die spreekwoordelijke schop onder de kont geeft om op dat vlak in actie te komen en meer te doen. Hij pakt mijn schetsen op en gaat er mee aan het werk, zodat het volwaardige composities worden”
Grasshopper: “We werken intuïtief, dat komt echt uit het jarenlang samenwerken. Soms gebeurt het dat ik met een idee zit waar ik niet uitkom en dan kijkt Jonathan er met een frisse blik naar, andersom is dat ook zo. We schieten niet zo snel elkaars ideeën af, maar kijken meer hoe we daarmee kunnen werken. Dat klinkt heel cryptisch, maar we praten er eigenlijk ook nooit over.”
Donahue: “Ook onderling niet. In de studio praten we niet zo veel, we luisteren vooral heel erg, kijken waar de muziek ons leidt en dat werkt voor ons. Toen we jong waren praatten we te veel, wilden we perse onze zin doordrukken en dat leidde doorgans nergens toe, behalve tot onderlinge ruzies. Onze samenwerking is te vergelijken met een echtelijke relatie. Daar moet je aan blijven werken en wij merken dat dit de manier is waarop wij dat het beste kunnen.”

WiM: Zoals een Jagger/Richards, Lennon/McCartney, Morrissey/Marr en noem ze maar op?
Donahue:
“Exact, maar zonder de bijbehorende bankrekeningen. En weet je wat? Dat is niet erg. We hebben onszelf nooit verloochend en ik kan ’s avonds oprecht gaan slapen zonder dat ik wakker lig over muzikale compromissen of andere zaken die niet goed voelen. In die veranderde muzikale wereld is dat de grootste vrijheid die je als muzikant kan hebben.”