×

Concert

26 oktober 2015

Let’s Get Lost 2015: een passievolle rockroute

Geschreven door: Natalie Polman

Het bier is uit onze haren gespoeld en de bands en fans aan het ontnuchteren maar het gelukzalige gevoel hangt nog in onze lijven. Written In Music was op het Zwolse ontdekfestival Let’s Get Lost 2015 en dat was een goede beslissing.

Het groengrijs glanzende programmaboekje dat we bij poppodium Hedon meepakken is al er al één om je in te verliezen. De vierde editie van Let’s Get Lost draagt voor het eerst ondertitel ‘In Music & Places’ om te benadrukken dat niet alleen de geboekte acts de moeite van het bezoeken waard zijn, maar ook de musea, cafés en galerieën in de historische binnenstad waar ze hun muziek laten horen. Het boekje bevat een korte omschrijving van alle speellocaties in de binnenstad. Zo krijgt de bezoeker ook meteen een toeristische introductie.

We kozen ervoor (niet afdoende aan fantastische acts als Husky, Holy Holy en Ryley Walker) een rockroute te volgen. Loop met ons mee.

Pauw – Plato

We starten laat – spijt van! – bij platenwinkel Plato aan de Klokkensteeg, naast de prachtige Broerenkerk. Pauw geeft een voorproefje van het optreden dat ze vanavond laat in Hedon zullen gaan geven. Ruim voor het optreden – onderdeel van een gratis middagprogramma – drommen mensen in proppen naar binnen. We wurmen ons naar binnen en treffen een opperrelaxte zanger/gitarist Brian Pots aan. ,,Ik praat veel meer dan normaal, een uitzondering”, merkt hij hardop op na een paar vage tamelijk onsamenhangende zinnen over z’n gitaarspel en welke nummers wel en niet in de huidige bandformatie zijn geschreven. Het geeft allemaal niks. Het publiek grinnikt om de vertederende frontman. Niemand roept irritant “SPELEN!”, men heeft de tijd. De psychedelisch dromerige rock van Pauw staat sinds kort op langspeler Macrocosm Microcosm, waar ook nummers van de in 2014 uitgebrachte EP op staan. Liedjes als Memories en Visions sidderen heerlijk door de ruimte en natuurlijk ontbreekt het uitstekend gespeelde Shambhala niet, maar de echte knaller komt in de vorm van High Tide, met een opbouw en climax die de lucht doen vibreren. Pauw heeft geen tekst en uitleg nodig, de muziek spreekt voor zich.

St. Tropez – Hedon, kleine zaal

St. Tropez dreef begin dit jaar als nieuwe mysterieuze act boven en omschreef zichzelf op Soundcloud als een garagepunkband uit Amsterdam. Het bleken de leden van Go Back To The Zoo die zin hadden om weer lekker vuige uit de bocht scheurende rock ’n roll te maken. Hun EP bevat vier rauwe maar uiterst catchy liedjes.

In St.Tropez is bassist Lars Kroon de frontman, verder zijn de rolverdelingen hetzelfde. Gitarist Cas Hieltjes (in Go Back To The Zoo de kartrekker) kondigt voor het optreden droogjes aan dat een bartafel in de zaal zetten hen wel gezellig leek. Wat volgt is een portie steengoede vierstemmige(!) garagerock die klinkt als een perfecte cocktail van oldschool punk à la Ramones als grunge à la Mudhoney. Dat niet alleen, het wordt gebracht met een overrompelende dosis pit en overtuiging. Kroon ontpopt zich als een vervaarlijke rocker die met zijn basgitaar het publiek in stormt, de basdrum regelmatig verkiest boven het podium en zijn instrument als een geweer op de kijkers richt. Het publiek wordt met elk nummer verliefder aan de stralende en headbangende hoofden te zien. De bartafel, die vol met glazen staat, is het laatste podium van Kroon. Hij is een Koning en St. Tropez is Lekker. Het moet een grote worden, dat kan niet anders.

https://www.youtube.com/watch?v=PX0LNYzgt3k

Canshaker Pi – Het Vliegende Paard

Canshaker Pi is één van de bandjes die zijn muziek uitbracht op het vinyllabel van Tim Knol, Tender Records en vertelt dat ook hoorbaar trots. De jonge gasten uit Amsterdam –twee van de vier bandleden zitten ook in Palio Superspeed Donkey – zijn zelf enorme muziekliefhebbers en willen niets liever dan spelen. Dat hoor je aan de ambitieuze maar speelse mix van garagepunk, slackerrock en melodie en zie je aan armen en gitaarhalzen die door de lucht zwiepen en stemmen die enthousiast uit de bocht vliegen. Deze gasten eren hun helden Pavement, Parquet Courts en Pixies uiterst passievol. Canshaker Pi is er ook één om goed in de smiezen te houden.

The Homesick – Het Vliegende Paard

We blijven hangen in het Paard voor een lekker betaalbare ‘Let’s Get Lost Stadshap’ en nemen dan weer de trap naar de sfeervolle theaterzaal boven de studentenkroeg voor The Homesick. Deze driekoppige band (zanger Elias Elgersma is ook solo actief als Yuko Yuko) bracht vorig jaar de ijzersterke EP Twst Yr Wrsts uit. New wave, echo en overstuurde effecten zijn sleutelwoorden. Als je een beetje door de ‘noise’ heen luistert hoor je catchy  melodieën, groovy baslijnen gelardeerd met teksten doorspekt met passieve agressiviteit. Top het af met typische jaren ’90 outfits (foute en afgetrapte gympen, wortelbroeken en truien met felle kleuren of verwassen prints) en je ziet een vermakelijke band. The Homesick nodigt voor het laatste nummer (een snippet van Black Sabbath’s Paranoid) een jongen die al het hele optreden vooraan staat te headbangen uit om wat van Ozzy’s manische gezang mee te doen. Totale destructie volgt. De drummer verlaat het podium en de overige muzikanten blijven net zolang hun vervormde stemmen horen tot de zaal langzaam leeg druppelt.

Die Nerven – Hedon, kleine zaal

De postpunkers van Die Nerven mogen de propvolle kleine zaal van Hedon ‘verblijden’ met hun duistere, soms uiterst stevige noiserock. Zowel Sonic Youth als Joy Division klinken door, bijzonder is dat de band uit Stuttgart in de eigen taal zingt (en schreeuwt). Jammer is dat sommige mensen het iets te gezellig schijnen te vinden. Hun geklets klinkt pijnlijk luid door de ingetogen stillere momenten van de set en zanger/gitarist Max Rieger maant meermaals tot stilte door zijn wijsvinger op zijn lippen te plaatsen. Op het einde trekt een net binnengekomen groepje dat zich achterin naast de bar stationeert de aandacht en Rieger kijkt de luid pratende mannen nadrukkelijk aan. Als nu ook uit het publiek luid “Sssst” klinkt en het plots muisstil wordt zet de band dankbaar de laatste minuten in. Een dreigend en kordaat optreden.

Paceshifters – Hedon, grote zaal

De Wijhese band Paceshifters stond vorig jaar nog album Breach te presenteren in een uitverkochte grote zaal. Zanger/gitarist Seb Dokman merkt tijdens het festival vanavond terecht op dat het “gezellig druk” is. Paceshifters heeft inmiddels een stevige fanbase, dat is duidelijk. Ditmaal gebruiken de drie jongemannen de avond om veel nieuwe liedjes uit te proberen. Die worden, zij het braaf, goed ontvangen. Het valt de band niet te verwijten, maar helaas zijn zowel de zang als de gitaar slecht niet te horen, wat zo’n live ontmaagding van de nieuwe nummers niet ten goede komt. De echte schwung in zowel band als publiek komt dan ook meer als oude nummers als Drive Me Insane en Davis vol vuur worden gebracht.

https://www.youtube.com/watch?v=emisklxvXrE

METZ – Stadscafé Blij

We verlaten Hedon voortijdig om nog een paar nummers van Crows mee te pakken. Jammer genoeg schijnt deze band ruim een kwartier voor het geplande einde al klaar te zijn en belanden we dus in een leeglopende zaal. Dan maar even een snack kopen (livemuziek maakt hongerig!) en dan geduldig wachten op de noiserock punkers van METZ. Jammer genoeg onze laatste stop, aangezien de laatste trein gehaald moet worden. Als drummer Hayden Menzies de eerste slagen eruit ramt is de toon gezet. Mán, wat slaat hij hárd! Zanger/gitarist Alex Edkins (nerdy bril en dito krullen) merkt na een paar keiharde herrienummers als Acetate, Wasted en Knife In The Water het brave publiek in geslingerd te hebben op dat de band het allemaal niet zo serieus bedoel en vooral is gekomen om plezier te hebben. Dat had hij eerder moeten zeggen, want plots ontstaan er vrolijke moshpitjes en komt er zelfs een crowdsurfer voorbij. In sommige nummers is zowaar een melodie te ontdekken en langzaamaan lijkt de band ook zieltjes te winnen van enkele toeschouwers die min of meer nietsvermoedend de nette bovenzaal van Blij (vroeger Harmonie) in waren gewandeld. De in het passiezweet gewerkte lijven en breeduit lachende drummer zullen hier ongetwijfeld aan hebben bijgedragen. We nemen de plens bier die in de pit over haren en shirt heen klotst even voor lief.

Let’s Get Lost 2015, wat was het heerlijk verliezen.