×

Recensie

Alternative

01 juli 2017

Kevin Morby

City Music

Geschreven door: Philippe De Cleen

Uitgebracht door: Dead Oceans

City Music Kevin Morby Alternative 3.5 Kevin Morby – City Music Written in Music https://writteninmusic.com

Het album Singing Saw is nog niet goed verteerd, of daar staat Kevin Morby alweer te trappelen met een nieuw album onder de arm. City Music heet ie, als vanouds een grootstedelijke soundtrack met vele dimensies.

Morby is blijkbaar in een bijzonder snel tempo albums aan het produceren. Een beetje alsof hij beseft dat de klok niet stil staat. De kwantiteit staat echter niet haaks op de kwaliteit, want ook het nieuwe City Music, zijn vierde langspeler inmiddels, bewijst dat hij een liedjesmaker is om in de gaten te blijven houden.

Neem nu opener Come To Me Now. De soms wat verveeld klinkende vocal is die van een hedendaagse Lou Reed of Cohen, net als Morby songschrijvers die via een particuliere stem nummers de hoogte in kunnen tillen. Songschrijvers ook die even goed houden van weerbarstige soul en rijke genuanceerdheid. Morby trekt traag van wal, maar weet via een sobere, maar trefzekere sound de luisteraar zachtjes overstag te halen. “yeah I love her / yes I do / and she loves me too”, zo luidt het. Het is de stem van een jonge liedjesmaker die na een zoveelste drankje aan de bar net voor sluitingstijd beseft dat het hem, ondanks het grote verlangen, best goed gaat.

Ondanks zijn jeugdige leeftijd lijkt de zich kapot tourende Morby op het album alvast matuurder en levenswijzer. Dat heeft deels ook te maken met de vele reizen die hij onderneemt. Overal doet hij indrukken op die zich in een van zijn vele liedjes manifesteren. Zoals Crybaby dat op een wat rammelend rockritme drijft. Het wat aan Velvet Underground referende nummer licht onder meer de zoektocht naar een eigen identiteit toe (“I never was someone you’d want to meet / just to be a normal man”).

1234 is dan weer een heerlijke ode aan de Ramones, een throwaway pretnummertje dat onder meer People Who Died (Jim Carroll) in zijn DNA heeft zitten. Daarmee bewijst Morby dat hij naast de diepe ernst ook gewoon plezier wil maken. Die wordt opgevolgd door Aboard My Train die onder meer naar Dylans’ Blonde On Blonde lonkt. Het door een o zo soulvol achtergrondkoortje versterkte Dry Your Eyes is een pracht van een intieme song die de eerste plaathelft besluit. Een song die gemaakt is om steevast opnieuw te ontdekken.

Flannery, een ode aan het genie Flannery ‘O Connor is met behulp van Meg Baird een kort spoken word tussendoortje en geeft knap de intenties van het album (“that’s the glow from the city lights”) weer. De titeltrack, het langste nummer op de plaat, legt de focus weer op de exotische, aan Television verwante gitaarpartijen, terwijl het opgewekte en met handclaps versierde Tin Can net als Pearly Gates werkelijk vintage Kevin Morby is.

Naar het einde toe valt de Germs cover Caught My Eye op. Van een rauwe punksong maakt Morby een diep doorleefde ballad, net zoals zijn songschrijvende collega Ryan Adams dat kan. Overigens is Adams net als Morby net zo’n veelschrijver die de punk af en doe doet herleven. Van daar gaat het richting intimiteit met een kampvuursong als Night Time. “Oh turn me on / like a bright light in the big city”, zo verzoekt Morby. Als afsluiter is er het meer dan passende Downtown’s Lights.

Dat doet ons besluiten dat Morby alweer een best goed album aflevert. Misschien niet echt zijn beste in zijn aandikkende discografie, maar zeer de moeite om te ontdekken.



  1. Come To Me Now
  2. Crybaby
  3. 1234
  4. Aboard My Train
  5. Dry Your Eyes
  6. Flannery
  7. City Music
  8. Tin Can
  9. Caught In My Eye
  10. Night Time
  11. Pearly Gates
  12. Downtown's Lights