×

Interview

16 september 2016

Interview: De lastige spagaat van Aidan Knight

Geschreven door: Edgar Kruize

Label: Konkurrent

Er zijn van die artiesten die onttrokken aan het oog van de massa de meest fraaie muziek de wereld in helpen. Canadees Aidan Knight is zo’n folky, duister en subtiel rockende troubadour die zich onder de radar begeeft en onderwijl een steeds grotere fanschare aan zich weet te binden. Een ‘geheime grootheid’, die recent indruk maakte op Into The Great Wide Open en BRUIS en dit weekend in Paradiso 7 Layers aandoet.

WiM: Je album Small Reveal is al een aantal jaar uit in Canada en kwam eerder dit jaar ook uit in Nederland. Tegelijkertijd is in je thuisland alweer een nieuw album verschenen genaamd Each Other. Heb je het gevoel dat je in parallelle universa aan het werk bent?
“Toen we voor het eerst in Europa gingen spelen, hadden we geen idee dat de nummers die al relatief oud waren, voor veel mensen in het publiek heel ‘nieuw’ waren. Dus in die zin zeker, al ligt tijdens onze concerten een heel groot deel van de focus op het werk van Each Other. Temeer daar de band waarmee ik op tour ben inmiddels is veranderd, het spelen van oud werk – ook van mijn eerste album uit 2010 – betekent ook dat we veel oudere nummers opnieuw hebben moeten leren.”

aidan-knight-each-other-1000WiM: Wat heb je geleerd van je eigen oude(re) werk ?
“Vooral dat het werk een reflectie is van hoe ik me ten tijde van de opnames voelde, maar dat er nog steeds iets broeit in die liedjes. Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn liedjes me zullen ontglippen op een gegeven moment. Ze doen me echter allemaal nog steeds wat, ook al ben ik als mens gegroeid en sta ik volledig anders in het leven.”

WiM: Dat je als mens jezelf ontwikkelt, is toch alleen maar goed?
“Zeker! Maar… Het is lastig onder woorden te brengen, maar als ik een liedje schrijf probeer ik mezelf zo eerlijk mogelijk op te stellen. In werk heel instinctief, zowel qua tekst als akkoordenschema, techniek  of liedjesstructuur. Bijna impressionistisch. Daardoor worden de liedjes heel erg tijd en plaatsgebonden voor mij. Dat ze in een andere tijd en plaats nog steeds iets met me doen, vind ik een fijne gedachte. Zodat ik over vier jaar wellicht kan terugkijken naar de liedjes die nu op Each Other staan en daar misschien heel andere gevoelens bij heb omdat ik mezelf als mens en als muzikant heb ontwikkeld.”

WiM: Waarin zit het grootste verschil tussen Small Reveal en Each Other? Jou groei als mens en muzikant/ of toch wat anders?
“Het hele proces was anders. Small Reveal is een verzameling liedjes die ik over een periode van drie jaar heb geschreven. Each Other had een veel meer compacte schrijf- en opnametijd. Dat hoor je er wel aan af, het voelt meer als een coherent geheel. Temeer daar het een echte bandplaat is geworden. Ik ben verantwoordelijk voor alle teksten, maar muzikaal hoor je hier ene groep mensen die over een periode van drie à vier maanden muzikale ideeën heeft uitgewerkt tot iets wat ons allemaal overstijgt.”

WiM: Zijn jij en de diverse muzikanten dan nu een ‘band die de naam van de frontman draagt’?
“Ja en nee. Het was wel het uitgangspunt, maar aan het eind van het opnameproces hebben enkele bandleden besloten dat ze andere projecten wilden gaan doen. Dus de muzikanten met wie ik nu optreed – we zijn nu een trio – zijn in feite weer een andere band. ‘Aidan Knight’ is gestart als manier om mijn eigen gevoelens te uiten als muzikant en in het begin was het ook echt een soloproject. Maar gaandeweg kreeg ik steeds meer de behoefte om samen met anderen te werken en tijdens de opnames heerste er echt een sfeer van ‘we zijn een band, we gaan op tour, et cetera’. Maar ja, dan loopt het toch anders en ik ben er nu nog niet helemaal uit of ik nu een solo-artiest of een bandleider ben. Dat besef zal wel komen als de tijd daar is.”

WiM: Je komt uit Canada, maar speelt momenteel vooral in Europa momenteel. Je bent zelfs tijdelijk naar Berlijn verhuisd. Ligt hier je belangrijkste focus?
“Voor nu absoluut. Dat heeft met de cultuur te maken. Ik kom uit het uiterste westen van Canada, bijna letterlijk het andere eind van de wereld. We hoorden zo veel goede verhalen over het spelen in Europa dat ik dacht ‘óf we komen in een plek terecht waar je als muzikant goed kan spelen, met een goed onderhouden podiumcircuit óf iedereen overdrijft en het is gewoon hetzelfde als in Canada maar dan veel verder weg en voor een duurder vliegticket’. Gelukkig bleek het de eerste optie. Vanuit Duitsland bespelen we nu ook Nederland en het Verenigd Koninkrijk en het groeit gestaag. “

WiM: Maar waarom dan ook de fysieke de herlocatie? Is het op- en neer reizen anders te duur?
“Dat speelt mee, maar het is ook een cultureel verschil. Waar ik vandaan kom is het heel moeilijk om muziek te maken die zich niet makkelijk in één stijl laat omschrijven. Nu wil ik niet zeggen dat mijn werk nu zo vreselijk buiten de lijntjes kleurt of dat ik de grenzen van een genre aftast, maar het is genoeg om in mijn thuisland waar andere stijlen populairder zijn als ‘lastige artiest’ te boek te staan. Dit waar men in Europa meer open staat voor het werk dat ik maak. Misschien is het wel de cultuur, die hier ouder is. Ik grijp terug op een oudere traditie, met folkinvloeden en rock. Op één of andere manier voelen de mensen hier beter aan wat ik wil overbrengen.”

WiM: Je doet vrijwel alles zelf, van het opnemen en uitbrengen tot het promoten van je werk. Is dat een bittere noodzaak voor onafhankelijke artiesten anno 2016?
“Het heeft deels ook met mijn achtergrond te maken. Ik kom uit een ‘doe-het-zelf’-cultuur. Ik heb wel meer hulp nu,wat boekers, wat onafhankelijke labels die helpen met distribueren. Als muzikant moet je wel, je wordt vanzelf ondernemer als je het naar je eigen inzicht wil doen. Dat ‘eigen inzicht’ is ook de reden dat het project naar mezelf is vernoemd. In het begin wilde ik alles zelf doen. Van opnemen en het ontwerp van albumhoezen en posters tot distributie, promotie en noem het maar op. Ik stond zelf de albumhoezen te drukken en t-shirts te maken,  ik deed écht alles zelf en ik zou willen dat ik daar deels weer naar terug zou kunnen. Maar ik realiseerde ook dat ik op een gegeven moment zo druk werd met het benaderen van zalen, het bellen met radiostations en magazines, met alle randzaken, dat ik nog maar 10 procent van mijn tijd met het maken van muziek bezig was. Het roer moest om en dit jaar heb ik de focus omgedraaid door zaken uit te besteden. Doordat ik niet meer zelf de boekingen doe, heb ik al tegen de 100 shows gespeeld dit jaar. Juist door het boeken en de promotie uit te besteden heb ik überhaupt tijd om naar de volgende stad te rijden en op het podium te staan.”

WiM: Het betaalt zich duidelijk ook uit, want de afgelopen vier jaar had ik nooit van je gehoord, terwijl Small Reveal toch echt een fraaie plaat is…
“Exact, je hebt voor sommige dingen echt experts nodig die een markt kennen.”

WiM: Je laatste album staat in zijn volledigheid op YouTube. Is dat ook om en zo breed mogelijk publiek te bereiken?
“Hmm… Dat is wel mijn uitgangspunt. Maar ik heb er veel discussies over met de diverse partijen die het album internationaal distribueren voor me.  Ik heb het geluk én de pech dat ik in een tijdperk werk waarin zó veel muziek uitkomt en het zó makkelijk is om het ‘out there’ te krijgen. Spotify, YouTube, Soundcloud, iTunes, Bandcamp… de mogelijkheden zijn eindeloos en dat betekent dat heeeel veel mogelijk is, maar dat er ook héél veel concurrentie is. Mijn ideeën over copyright zijn altijd heel liberaal geweest. Mensen moeten het kunnen horen, mensen moeten het kunnen gebruiken in hun eigen YouTube-video’s bijvoorbeeld. Sinds ik met internationale labels en distributeurs werk, partijen die moeten bestaan van het geld dat met onder meer mijn muziek wordt verdiend, kijk ik daar toch ineens iets anders tegenaan. Ik snap dat men het niet leuk vindt als zij een album proberen te verkopen, terwijl de artiest in kwestie het zelf gratis weggeeft op YouTube. Toch probeer ik zolang het kan de muziek op deze manier onder de aandacht te brengen, misschien wel in de naïeve gedachte dat als het mensen raakt, zij het ook zullen kopen.”

WiM: Niet alleen de labels en distributeurs moeten er van leven, jij toch ook?
“Het is een lastige spagaat. In mijn hart wil ik mezelf het liefst volledig onderdompelen in de deelcultuur die op internet heerst. Je vindt iets mooi, je geeft het door aan anderen en vice versa. Die openheid en die deelcultuur staat in heel schril contrast met de koude, harde feiten waar je als muzikant mee te maken hebt als je wil rondkomen van het leven dat je leidt. Het is een constante worsteling voor mezelf, muziek is zo mooi en zo puur. Als muzikant creëer je iets, je bent er letterlijk getuige van hoe iets uit niets ontstaat, een kunstwerkje dat tot bloei komt zodra je het aan mensen laat horen. Als artiest is mijn instinct dan ook ‘het moet gehoord worden’. Andersom ben ik als luisteraar ook graag op die manier bij nieuwe muziek betrokken. Nu ik enkele jaren meedraai, merk ik dat ik in mijn hoofd die onbevangenheid ben verloren. Ik ga nadenken hoe ik een liedje heb gehoord. Was het promotie? Was het marketing? Een combinatie daarvan? Het pure dat je bij een eerste luisterbeurt kan hebben, is er daardoor vanaf gegaan. Ik zou willen dat creativiteit, kunst in al zijn vormen, in een zichzelf onderhoudend systeem zou kunnen bestaan waarin geen geld gemoeid was. Het is niet realistisch, we moeten allemaal eten en ergens slapen. Maar toch…”

WiM: Dan toch de harde, koude vraag, temeer daar je label Full Time Hobby heet… Kan jij rondkomen van wat je doet?
“Oef… Hoe eerlijk zal ik hierin zijn…”

WiM: Je hoeft niet te antwoorden als het niet goed voelt…
“Nee, ik wil eigenlijk wel antwoorden. Als jonge muzikant keek ik altijd om me heen naar artiesten die ik bewonderde en ik vroeg me altijd af hoe het leven als fulltime muzikant zou zijn. Je hoort daar nooit iemand over, terwijl jonge artiesten toch moeten weten wat hen te wachten kan staan. Het muzikantenbestaan wordt gemythologiseerd en ik ben zelf dol op de mooiste verhalen uit de muziekgeschiedenis. Die verhalen laten echter vaak weg dat het bestaan zeker voor onafhankelijke artiesten heel zwaar kan zijn. Als je de levensstijl van een muzikant adopteert,moet je offers maken. Je geeft stukken minder geld uit, want je hebt nu eenmaal niet veel. En alles wat je verdient, moet je direct weer terugpompen je carrière in omdat je muziek wil kunnen blijven maken. Dit jaar, doordat ik mensen heb ingehoord om me volledig op mijn kunst te kunnen storten, heb ik meer geld uitgegeven dan er tot nu toe is binnengekomen. Maar ik kan eten, heb een dak boven mijn hoofd en ik doe wat ik het liefste doe. Dat is me alles waard.”

WiM: Als je terugkon in de tijd, wat is met de kennis van nu het advies dat je de net startende Aidan Knight mee had willen geven?
“Weet dat maar een héél klein percentage van alle artiesten echt goed kan leven van wat zij doen. Die realisatie kwam bij mij pas toen ik al enkele jaren in dit wereldje rondliep. Maar ik zou mijn jongere zelf ook benadrukken dat het kan. Je kán je creatieve hart volgen, je kán rondkomen als muzikant, ook als je jezelf daarvoor niet hoeft te verlagen tot spelen op bruiloften en partijen. En dat geldt in feite voor alle creatieve beroepen, of je nu films of theater wil maken of boeken wil schrijven. Je kán leven voor je kunst. En dat is voor een creatief persoon gewoon het belangrijkste. Ik heb een modus gevonden waarin ik kan bestaan en waarin ik compromisloos de muziek kan maken die ik diep van binnen voel. Goed, dan heb je misschien eens een boterham minder te eten, maar de vrijheid die je tegelijk voelt is onbetaalbaar.”