×

Concert

10 april 2017

In de rij op Motel Mozaique-zaterdag

Geschreven door: Edwin Wendt

Laat ik het voor één keer niet doen: Halverwege het derde nummer van een net begonnen optreden alweer op het horloge kijken en bij song nummer vijf gehaast opstaan, de artiest op het podium in verdwazing achterlatend over die ongebruikelijke haast. Weet hij (of zij veel) dat je vanuit de Paradijskerk helemaal de Mauritsweg over moet om op tijd in de grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg te komen?

Motel Mozaique is al zeventien jaar hét festival waarvoor muzikaal hongerig Rotterdam met programmaboekjes en ‘time tables’ in de hand van Worm naar Rotown rent, van Kino (zo heet het oude LantarenVenster in de Gouvernestraat tegenwoordig) naar het Motel Mozaique-hoofdkwartier, vanwege ‘concurrentie’ van de Rotterdam Marathon uitgeweken van het Schouwburgplein naar het Eendrachtsplein. Zelfs voor wie Rotterdam van haver tot gort kent, blijft het een zoekplaatje.

Maar goed, bij Written gaat het om de muziek. Voor dag 2 starten we begin van de middag op het hoofdkwartier mét een programmaboekje en het vaste voornemen niet meer concerten te gaan bezoeken dan fysiek verantwoord is. Ook als dat betekent dat we Lisa Hannigan laten voor wat het is, omdat we toch wel benieuwd zijn naar de als ‘prille belofte’ aangekondigde Mahalia uit Engeland, die tegelijk de Paradijskerk betovert. Ze heeft naar Etta James, lezen we, en ook naar Aalijah en Corinne Baylee Ray. Etta is niet zo duidelijk te horen in de muziek en teksten van Mahalia. Zij kon in haar tijd dan ook onmogelijk een ontwapenende tekst schrijven over het feit dat echte liefde alleen kan ontstaan zonder ‘likes’ op Facebook, ‘followers’ op Twitter en hartjes bij foto’s op ‘Insta’. In songs als Back Up Plan en Marry Me (dat ze op haar twaalfde al schreef, de hoofdpersoon wist niet hoe snel hij zich uit de voeten moest maken) en in de bijbehorende verhalen tussendoor laat ze zich van haar meest ontwapenende kant zien. Silly Girl daarentegen is een felle aanklacht tegen pesten:

Read in the paper, a little boy took his life

And on my news feed later, a young girl rests in paradise

Aan het begin van de middag laat Mitch Rivers zien dat hij de jaren ‘70-bluesrock overtuigend naar de 21ste eeuw weet te vertalen, met materiaal van zijn vorig jaar verschenen debuut afgewisseld met binnenkort uit te brengen nieuw materiaal. Na dit thuisconcert van Rivers toch even op een drafje naar de overkant van de straat. In de Arminiuskerk (een van de twee kerkgebouwen waar MoMo-concerten worden gegeven) verzorgen The Lemon Twigs een korte akoestische set. Diezelfde avond staat ze ook ‘op volle oorlogssterkte’ in Rotown, maar dat zal sowieso anders zijn dat dit duo-optreden van Brian en Michael D’Addario. De broers spelen niet alleen nummers van hun vorig jaar op 4AD verschenen album Do Hollywood, maar gunnen zichzelf in zo’n kleine setting ook de vrijheid van ‘a little cover every now and then’, zoals Michael uitlegt als we hem later op de middag bij de ijsboer treffen. ,,Dat heb je goed gehoord, een nummer van The Bee Gees. Wij hebben enorme waardering voor die mannen.” Het gecoverde nummer, Come On Over, komt uit de volgens Michael meest interessante Bee Gees-periode, toen ze na een paar moeilijke jaren al wel weer succes begonnen te krijgen, maar met het album Main Course nog niet helemaal op de discomuziek waren overgestapt.

Motel Mozaique gaat elk jaar op zoek naar bijzondere samenwerkingen. Dit jaar zette het twee in dialect opererende artiesten bij elkaar om te ontdekken wat de wederzijdse ontdekkingstocht in elkaars taalbeleving en taalgebruik zou opleveren. De Zeeuwse Tonny Dieleman en de uit Zeeuws-Vlaanderen afkomstige Wannes Capelle -frontman van de band Het Zesde Metaal – sloten zich enkele dagen met elkaar op, schreven een enkel nieuw nummer samen, waagden zich aan elkaars repertoire, grapten over de eigenaardigheden van elkaars accent, zoals de ‘G’ die in het Anwerpse regio als een ‘H’ wordt uitgesproken en coverden – Dielemans’ woorden – ‘de grootste tekstdichter van de lage landen’: Willem Vermandere. Bijzonder knap hoe het duo een zeer verstild optreden wist te ontwikkelen tot een voorstelling die eindigde in enthousiast meezingen tijdens het laatste nummer.

Over verstilling gesproken: die wordt nog verder doorgevoerd als aan het eind van de middag Joep Beving de grote zaal van de Rotterdamse Schouwburg betreedt. In het dagelijks leven zit hij ‘in de reclame’, althans tot nu toe. De 41-jarige Amsterdammer bracht in eigen beheer het album Solipsism uit met klassieke pianostukken van vier à vijf minuten – kort voor het genre die hij ’s nachts thuis opnam. Getuige titels als Daydream en Sleeping Lotus onderscheidde Beving zich niet met artistiek hoogdravende pretenties. Wel met iets anders, want zijn werk werd een hit op internet. Zijn tweede plaat verschijnt nu niet in eigen beheer maar op hét klassieke label, Deutsche Grammophon. ,,Ik vind het fijn dat u klapt,’’ klinkt het wat onwennig als Joep zich na het eerste stuk tot het publiek richt en zichzelf voorstelt. ,,Bij de nu volgende paar stukken hoop ik dat u uit mijn lichaamstaal opmaakt of ik uw applaus wel of niet verwacht.’’ In doodste stilte ondergaat Motel Mozaique deze ontdekking.

Ondertussen dringt zich de vraag op of er tijdens Motel Mozaique ook nog wat valt te rocken. De Groningse Roeilie Vuitton doet zijn best op het Eendrachtsplein met hiphopteksten op een aanstekelijke reggaebeat – en een verrassend gearrangeerde cover van Groot Hart van De Dijk. Nadat Mahalia heeft verrast in de kerk, is het tijd voor wat psychedelica in Worm. Zo normaal als de naam van Michael Collins klinkt, zo prettig gestoord zijn hij en zijn vier collega’s van Drugdealer. Een vorige band van hem heette Run DMT. Ze brengen hun psychedelica in supercatchy popliedjes, met Beatles-koortjes en een drummer die minstens een paar buisjes bloed van Keith Moon ingespoten kreeg.

Tegelijk met Isaac Gracie – die moesten we zien, klonk het overal – puilde Worm uit voor het Belgische STUFF. Dat was trouwens wel een ‘nouveauté’ tijdens deze Motel Mozaique, vooral op de uitverkochte zaterdag: lang niet overal bleken de zalen groot genoeg voor de artiesten. Beter gezegd: sommige namen bleken te groot voor de zalen waarin ze geprogrammeerd stonden. Ten eerste omdat alle tickets vergeven waren, ten tweede omdat een flink tweede rockpodium naast Rotown ontbrak. Tot vorig jaar konden publiekstrekkers in de grote tent op het Schouwburgplein. Nu dat plein is ingepikt door de Marathon, blijkt het Eendrachtsplein (nog) geen volledig alternatief. Het is te klein voor alle horeca, zitjes, podia en dansruimte die vóór de Schouwburg wel konden worden geprogrammeerd, zeker op een zonovergoten editie als deze, ten tweede is er op geen enkele manier ruimte voor nóg een (tent-) podium. Natuurlijk, Rotterdam heeft ook Annabel, maar dat deed dit jaar ook ineens niet meer mee, waardoor Rotown ineens weer werd wat het het hele jaar al is, hét relatief kleine, maar toch grootste pop- en rockpodium van Rotterdam.

De jonge meiden van Mourn zingen en spelen punk met een attitude die bij hun leeftijd past – alcohol drinken is de Spaansen nog niet toegestaan, autorijden mag misschien net – , hun muziek biedt wel die ‘energy boost’ die velen na al die verstilling wellicht nodig hebben, want de rij voor Rotown is indrukwekkend lang en blijft bestaan tot aan hun laatste nummer. Ook bij STUFF is het ‘mannetje eruit, mannetje erin’. De capaciteit van 275 bezoekers is dan ook aan de krappe kant voor de vele nieuwsgierigen. De mannen uit Antwerpen en Gent geven een spetterend optreden, waar het ene moment keiharde dancebeats te horen zijn en het volgende moment Andrew Claes alle aandacht opeist met zijn sax en wii. Hij is het ook die, als het optreden een minuut of twintig loopt, vraagt of er ook mensen benieuwd zijn naar het nieuwe album. Gejuich. ,,Dat is mooi, het verschijnt over twee weken. Zullen we er dan maar flink wat van spelen?” Dat idee wordt instemmend begroet, al lijkt de groep met de nieuwe plaat geen radicale koerswijziging in te zetten. Aan de andere kant: als de koers al is dat je met je muziek elke denkbare kant op kunt, hoeft dat ook niet.

Gezien de wachtrijen bij verschillende ‘venues’ en eerder op de dag al bij de 3voor12-sessie van The Lemon Twigs, lijkt het tijdens het spitsuur tegen middernacht ijdele hoop om zowel The Lemon Twigs in Rotown als Ryley Walker in de Arminius te kunnen meepikken. En we zouden tenslotte ook kiezen? Het wordt Walker dus, die zich een paar keer quasi-verontschuldigt als hij vloekt tegen gitaar die maar niet getuned wil raken ‘in this house of God’. Waar hij op zijn platen tegenwoordig wat meer voor ‘het liedje’ kiest mag het op het podium, en dus ook in de kerk weleens een minuut langer duren. Of vijf. Geen punt, MoMo is tenslotte het festival voor de concertganger met de lenige geest.