×

Concert

29 oktober 2018

Geweldige Whisky Priests in ’t Beest, Goes

Geschreven door: Peter Urbanus

Slechts twee concerten in Nederland, waarvan een in Goes. Wat een mazzel voor het Zuid-Bevelandse stadje. The Whisky Priests stonden hier al eens eerder, in 1994 en Goes was ze duidelijk nog niet vergeten, getuige de flinke opkomst en het enthousiasme waarmee de band werd begroet. Er waren zelfs bezoekers afkomstig uit Amsterdam en België.

De Noord-Engelse folkpunkers draaien al sinds 1985 mee. Generatiegenoten van The Pogues en The Men They Could’n Hang en pioniers van het genre. De band uit County Durham werd opgericht door de tweelingbroers Gary en Glenn Miller, die op dat moment nauwelijks muzikale bagage hadden, maar wel wisten wat ze muzikaal gezien wilden. Medebandleden vonden ze onder oude schoolvrienden. Enkele jaren later voegde zich een Northumbrian pipes-speler bij The Whisky Priests.

Hun live-reputatie en enthousiaste ontvangst, met name ook buiten Engeland, deed de rest. Gary Miller’s talent als songschrijver werd geroemd. De line-up veranderde wel dikwijls. In 2002, na 17 jaar van toeren en hard werken, gooiden ze het bijltje er bij neer, tot verdriet van een trouwe schare fans. Met de kreet ‘Bloody Well Back’ keerden ze vorig jaar terug op de Europese podia. Terecht want folkpunk en aanverwante roots-stijlen zijn nu enorm populair.

Het voorprogramma werd verzorgd door Jankobus Seunnenga, in de jaren tachtig lid van de legendarische Friese punkband Kobus gaat naar Appelscha. Deze zanger, gitarist en poëet wordt wel vergeleken met Drs. P. Een ondankbare taak, zo in je eentje voor een publiek dat liefst direct los wil gaan op woeste folkpunk. Al kreeg hij de grijnzen wel op de smoelen met zijn lied over Joran van der Sloot.

Gekleed in de laatste werkmansmode anno 1930 kwamen spoedig daarna The Whisky Priests, ingeleid door een animatiefilmpje met zwart-wit-beelden van raven, kolenmijnen en soldaten in de loopgraven. Voor de Britten is de oorlog ’14-’18 nog steeds The Great War, de loopgravenoorlog die soms de mannelijke bevolking van hele dorpen wegvaagde. Ook in het repertoire van The Whisky Priests speelt deze oorlog vaak een rol. Tijdens het concert vroeg bassist Michael Stephenson nog even aandacht voor zijn oudoom, die sneuvelde in deze oorlog en wiens graf de band nog bezocht heeft. De bassist had zelfs een zwart-wit fotootje van zijn oud-oom.

Een woeste storm van muzikale energie, instrumentbeheersing en spelplezier, anders kun je een concert van deze Engelse band niet omschrijven. Ok, met zo nu en dan een ballad als rustpunt. Medeoprichter Glenn Miller, ooit omschreven als de Jimi Hendrix van de accordeon, was er niet bij in Goes. Hij staat nog wel vermeld op de website van de band, maar kennelijk neemt hij geen deel aan de reünietour. Zijn vervanger was de van oorsprong Duitse Ralf Weirauch, afkomstig uit het Ruhrgebied. Een industriegebied, net als de geboortegrond van de andere Priests. Dat verklaart hun affiniteit, stelt de band. Bovendien zijn The Whisky Priests juist in Duitsland populair.

Drummer Sticks, bassist Stephenson en mandoline-, bouzouki-speler Kevin Wilson zijn leden die gedurende de eerste jaren al deel uit maakten van de line-up. De vanwege zijn postuur en stem niet te missen banjospeler Mick Tyas was er vanaf 1988 en tijdens de latere muzikale succesjaren ook al bij.

Hun repertoire is zeer omvangrijk, maar echte hits ontbreken. The Raven is hun nieuwe prijsnummer mocht uiteraard niet ontbreken. Het nummer staat model voor hun comeback op de Europese podia. Geweldig wat een enorme strot Gary Miller op kon zetten, ondanks zijn vrij bescheidden postuur. Kevin Wilson stond links op het podium constant te hupsen, terwijl hij op z’n mandolines of bouzouki speelde.

Goes beleefde een geweldige avond met dit schitterende stelletje ongeregeld. De mannen waren zelf ook blij hier weer te mogen spelen. De volgende avond was de Mezz in Breda nog aan de beurt en daarna gingen The Whisky Priests door, richting Duitsland.