×

Artikel

30 maart 2011

Postpunk Nederland

Eton Crop: vlees en bloed

Geschreven door: Edwin Hofman

Eton Crop

Deel 6 in de reeks Postpunk Nederland, een serie artikelen over interessante Nederlandse bands die opkwamen na de punkgolf van 1977, 1978. Eigenzinnige, vaak ondergewaardeerde bands die blijvend applaus verdienen. Deze week: Eton Crop.

Ieton crop_tommy barkern 1980 verschijnt in Nederland een punksingle met de opvallende titel Timmy Barker Is A Coward. Verantwoordelijk hiervoor zijn vijf jongens uit Kudelstaart. Hun band heet Eton Crop en bestaat nog maar sinds 1979. De eerste optredens vinden plaats op lokale podia, zoals bijvoorbeeld de kantine van de plaatselijke voetbalclub RKDES. Er zijn in Nederlands nauwelijks bands die zich zowel laten inspireren door de tegendraadse muziek van een band als The Fall als de poppy punk van The Undertones. Eton Crop wel. En de band gebruikt er ook nog eens een orgeltje bij.

In november 1982 maakt Eton Crop opnamen bij Joke’s Koeienverhuurbedrijf te Schellingwoude, een voormalige veldwachterswoning, die omgebouwd is tot een studio. De studio wordt gerund door Dolf Zimmerman die zijn handen vol heeft aan de vele bands die hier zonder veel gedoe en kosten willen opnemen. De naam Joke’s Koeienverhuurbedrijf was gekozen om geen argwaan te wekken bij de omwonenden. Op de gevel van het pand prijkt een fraaie koe. De bewoners van Schellingwoude, die natuurlijk niet wisten wat een koeienverhuurbedrijf was, namen weinig aanstoot aan het opvallende gebouw, dat door een plaatselijke krant ooit als een muziekschool was afgeschilderd, al was het wel eens voorgekomen dat er aan de deur geïnformeerd werd of er ook inderdaad een koe gehuurd kon worden.

De productie tijdens het verblijf van Eton Crop in de studio is in handen van Dolf Zimmerman zelf, die eerder met The Ex werkte en John Langford, mede-oprichter van de Engelse punkband The Mekons. Deze samenwerking geeft al aan dat de leden van Eton Crop een eigen koers varen en hun blik stevig op het alternatieve circuit houden. Het resultaat van de sessies komt uit in 1983: Six Silhouette Romances, 6 nummers, op het label Koesette Snacks.

eton crop_six silhouette romancesMet deze ep levert Eton Crop een bijzonder avontuurlijke plaat: opzwepende drums en percussie – inclusief koebel – saxofoon, orgel en regelmatig opduikende dubeffecten maken van Six Silhouette Romances een uitdagende, Brits aandoende, postpunkplaat. Op het titelnummer dat de plaat opent, en op Cheese Louise Please, dat de plaat afsluit, ontbreken songstructuren nagenoeg. Beide tracks blinken uit in originaliteit: bizar, donker, grappig, intrigerend zijn woorden die te binnen schieten. In Bell Fruit Tokens giet Eton Crop een kleine maatschappelijke beschouwing in een opwindende, ritmische, mix van stijlen. Zelden gehoord in Nederland. Erwin Blom zingt over menselijke relaties in het prettig wankele First Sight en in Favourite Record, dat lijdzame frustratie laat horen, omlijst door trompet, een dwingende bas en effectvolle gitaren. Collision Course For Court Jester is wat meer punk en een mooi voorbeeld van hoe een postpunkband met een open geest klinkt.

Er is belangstelling vanuit het buitenland – meer dan vanuit Nederland – en dit leidt tot optredens over de grens. Engeland staat bovenaan de lijst, maar ook Zwitserland, Polen, Duitsland, Verenigde Staten en Hongarije worden aangedaan door Eton Crop. In Engeland is het John Peel die de band in de armen sluit en de jongens uitnodigt een Peel-sessie te komen doen. Op 15 november neemt Eton Crop 4 nummers op in de Maida Vale-studio van de BBC.

De Engelse connectie

eton crop_gay boysIn 1984 brengt Eton Crop de 12 inch Gay Boys On The Battlefield uit bij het labeltje Bigger Bank Balance Records. Ook hier laat de band horen uit een ander vaatje te tappen dan de meeste andere Nederlandse postpunkbands. Met name op de titelsong: de thematiek, het wat klaaglijke refrein, de melodica en de mooie interactie tussen sax en bas leveren een interessant, origineel nummer op. Een jaar na de eerste Peel-sessie de band weer naar de BBC-studio’s voor een tweede sessie.

In oktober neemt Eton Crop wederom een Peel-sessie op. Het Duitse Can is de enige andere niet-Britse band die al op drie sessies kan wijzen. Eton Crop opereert inmiddels zonder drummer Ed Tuyl, die de band verlaten heeft. Het is een drukke maand want de band maakt tevens in de Nickleodeon Studio’s in Amsterdam opnamen voor de debuutelpee. Het album verschijnt bij het kleine Engelse label Grunt Grunt A Go Go en wordt It’s My Dog, Maestro! gedoopt. Met het droge, gitaargerichte, soms folky geluid en de eigenzinnige teksten is de plaat een welkom alternatief voor de vele conformistische poseurs die met de komst van de clipstations de muziekindustrie zijn gaan domineren. Eton Crop is een echte independent. Het titelnummer is geworteld in punk maar minder agressief. Loads Of Beer laat meer melodie en een prettig en divers gitaargeluid horen. Op kant B snijdt de band niet alleen het nut van het recente Live Aid aan, men komt ook met het door viool gedragen Rocking The Chessboard en Boy Meets Tractor dat in 1985 ook op de Engels-Nederlandse indie-verzamelaar Well Up… And Bubble! te vinden was.

Al met al is de debuutelpee van Eton Crop een opvallend leuke plaat, en zeker in Nederland vrij uniek. De band klinkt namelijk door en door Brits en wordt door de pers dan ook wel vergeleken met dwarse, linkse indie-bands als The Fall, Three Johns en The Mekons. Allen uit Engeland.

eton crop_it's my dogVinyl schrijft over It’s My Dog, Maestro!: “Het kwartet uit Kudelstaart heeft in elk geval geen spat te lijden gehad van het alle creativiteit nivellerende Sky Channel- en Music Box-syndroom. Dwarse, door een neuzelend orgeltje en drumcomputer ondersteunde gitaarrock in een compact zakelijke stijl. Eton Crop snijdt thema’s als onwetendheid en berusting en media-manipulatie aan, maar draait de hand ook niet om voor een drinklied”, aldus recensent Peter Koops.

Eton Crop vertelt in een interview met Corné Evers van OOR dat een single er voorlopig niet in zit. Tenzij men bij VARA’s Verrukkelijke 15 zou besluiten een bepaald nummer van de plaat te promoten, zoals eerder het geval was bij Naar De Top van Tröckener Kecks. “Dan zouden we meteen op de fiets springen richting snijderij en er een singletje van laten maken”, lacht bassist Corné Bos.

De band gaat in op de Engelse succesjes: “Kijk, onze favoriete bands zijn typisch Engels te noemen”, aldus Bos. “En omdat wij een beetje in datzelfde sfeertje spelen ligt het eigenlijk voor de hand dat ze ons dáár opgepikt hebben. Meer dan in Nederland waar we het eerlijk gezegd nooit erg gemakkelijk gehad hebben.”

Aandacht in Nederland

eton crop_yes please bobDe band oefent een tijdje in een kas in Kudelstaart en verhuist in 1986 naar het nabijgelegen Amsterdam. Maar Kudelstaart, dat houden ze er het liefst in. Het is een beetje een gimmick geworden maar uiteindelijk kómt de band er natuurlijk wel gewoon vandaan. In augustus 1986 trekt Eton Crop naar Leeds om daar in de Offbeat Studio de nieuwe elpee op te nemen. De plaat komt niet alleen uit op Ediesta uit York maar ook op het Amsterdamse Megadisc. Zal de band na de vele optredens in Engeland en de vier Peel-sessies dan ook in Nederland potten gaan breken?

Het pakkende titelnummer Yes Please, Bob wordt in Nederland door de progressievere stations gedraaid, al verkoopt de single verder niet noemenswaardig. De mini-elpee ligt in het verlengde van It’s My Dog Maestro: pittige en gedreven popsongs met folk en punkinvloeden, in een jasje dat zonder drummer Ed Tuyl wederom vrij droog en zakelijk te noemen valt. Ook op de nieuwe plaat weer een drinklied: When The Bottle Gets Uncorked. De band varieert op gepaste momenten: Poverty Is Not Hip en Chessplayers Are Good Blokes schakelen heen en weer tussen verschillende ritmes en laten effectieve gitaarlijnen horen. In laatstgenoemde duikt het orgel van Peter Verschueren weer op. In Pink Walter Christo opent de band hoekig en mechanisch om vervolgens door te schieten naar twee minuten prima dwarse pop. Die lijn wordt doorgetrokken in afsluiter A Billy Bobo Funeral, een uptempo nummer als Yes Please, Bob, met interessant gitaarwerk, waarmee de circkel van de plaat weer rond is.

eton crop_underwater musicIn februari 1987 neemt Eton Crop met producer Tony Bonner een ep op in de Eindhovense Tango Studio. De groep covert op de plaat Paraffin Brain van de Engelse Nightingales. Wederom met Tony Bonner wordt in Eindhoven ook een volledige plaat opgenomen die later in 1987 het licht ziet: And The Underwater Music Goes On. De plaat komt niet alleen uit op Ediesta maar eveneens op het Nederlandse Megadisc. Muzikaal weet Eton Crop niet te verrassen maar de band legt toch weer een aantal aanstekelijke, frisse en eigenwijze songs neer. Sexy Politicans, To Moscow By Covered Wagon, Me And Catherine Deneuve Split Up en Bring On Back The Dogcatcher zijn puike gitaarpopsongs met wederom niet alledaagse teksten. Pakkende zanglijnen met uitbundige tweede stem, stevige gitaarmuurtjes en regelmatig een orgel. Ook wordt de viool op deze plaat stevig ter hand genomen, zoals op het titelnummer van de plaat en afsluiter en sfeermaker Bloody Hell, It’s A Lovesong.

eton crop_peel sessionOOR is enthousiast en noemt het Noord-Hollandse combo “het vlees-en-bloed-antwoord op het pluche & plastic, dat momenteel weer welig tiert in de popmuziek”. Ook vanuit Engeland zijn positieve geluiden te horen: in juni 1988 neemt de band de vijfde Peel-sessie op. Tevens wordt de muziek van hun derde sessie (1985) uitgebracht op plaat in de Strange Fruit-reeks van John Peel. Toch een hele eer.

Dance

De band koopt eind 1989 een sampler en er gaat er een nieuwe wereld open. Corné Bos doet snel zijn voordeel met het apparaat door met dj Eddy de Clercq en Gert van Veen (Quazar) als A-Men een house-single uit te brengen: Pay The Piper. Het drietal is hiermee pionier in Nederland. Eton Crop brengt dit jaar, na een relatief lange stilte aan het releasefront, nog wel een single uit: een cover van de Human Leagues Don’t You Want Me, een nummer dat al regelmatig live is gespeeld.

eton_crop_noisy townIn de jaren negentig laat Eton Crop, mede geïnspireerd door de house en de dansbare Britse indie, een ander geluid horen. Dit blijkt bijvoorbeeld in 1991, tijdens de Atmosphere-tour, die samen met dance-acts Quazar en Surkus wordt gedaan. Gesterkt door goede reacties werkt Eton Crop aan nieuw materiaal. De groep bestaat inmiddels nog maar uit drie man: Corné Bos, Spike Daalder en Erwin Blom. In 1991 komt het trio met de dansbare singles Hey Hey en Noisy Town. Vooral Noisy Town mag op de nodige aandacht rekenen in het land, al leidt dit niet tot een Top 40-notering. Ondanks de koerswijziging laat de band horen waar de roots liggen door in Noisy Town een sample van The Fall te gebruiken. De volgende single She Likes Me mag in 1992 aan de tipparade ruiken.

Eton Crop is een stuk bekender geworden aan het begin van de jaren negentig. Omdat Erwin Blom radio maakt bij de VPRO en Corné Bos promotiemedewerker bij Play It Again Sam is, wordt er in de pers hier en daar gesuggereerd dat een en ander niet los van elkaar te zien is. Erwin Blom spreekt dit in OOR fel tegen: “Dat zegt dan vooral iets over de mensen die dat soort dingen beweren. Want Eton Crop werd al door de VPRO gedraaid voordat ik daar werkte. We kregen al goede recensies in OOR voordat Corné bij een platenmaatschappij ging werken.”

Naast Eton Crop werken Bos, Daalder en Blom ook samen als E.C. Groove Society, in eerste instantie een uitlaatklep voor instrumentale versies van Eton Crop-nummers. Eton Crop zelf is beduidend minder actief dan in de jaren tachtig en begin jaren negentig. In 1994 verschijnt nog een single van Eton Crop: Everybody. Het zal de laatste release zijn van de band.

Volgende artikel Postpunk Nederland: Nasmak
Voorgaande aflevering Postpunk Nederland: De Div