×

Artikel

18 november 2015

Cocteau Twins

Cocteau Twins: de jaren 1984-85 en het succes van Treasure

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: 4AD

In het najaar van 1984 verscheen Treasure, de eerste Cocteau Twins-elpee sinds de komst van bassist Simon Raymonde. Het album zette de groep definitief op de kaart, zowel in Europa als in Amerika en Azië. Woorden schieten regelmatig tekort bij het beschrijven van de muziek van Cocteau Twins en dit gold ook absoluut voor de memorabele, vaak betoverende songs op Treasure. De plaat liet een ander, milder geluid horen dan voorganger Head Over Heels maar was even bijzonder en liet zeker zo veel indruk achter. Treasure was het eerste album van de band dat in de Britse albumlijsten terecht kwam en zou uiteindelijk de 29e plaats bereiken.

De bandleden waren echter niet erg te spreken over de plaat: Treasure was in te korte tijd opgenomen en zat nog vol ‘gaten’. Cocteau Twins nam dan ook slechts enkele nummers van de plaat op in de live-sets van de jaren erna. Echter voor velen is Treasure zonder meer een van de hoogtepunten binnen het oeuvre van Cocteau Twins, ook al dachten de bandleden daar zelf dus anders over.

Written in Music sprak met Cocteau Twins-bassist en multi-instrumentalist Simon Raymonde over de aanloop naar Treasure en de periode erna.

WiM: Voordat je bij Cocteau Twins kwam, begin jaren tachtig, zat je in de band Drowing Craze.
We hadden deze band voor een deel opgericht toen we nog op school zaten. Voor een jaar of twee maakten we instrumentale muziek maar om getekend te worden door een label moesten we wel zang toevoegen. We brachten onze singles uit op Situation Two, het label van Beggars Banquet. Ik werkte ook in de winkel van Beggars Banquet. Op een gegeven moment was ik niet echt gelukkig meer in de band en met de mensen om me heen. Ik kende de Cocteau Twins want ik ging regelmatig naar hun optredens met Ivo (baas van het 4AD label) en Robin (Guthrie) en Liz (Fraser) werden vrienden van mij. Heel aardige mensen en ik vond Cocteau Twins een interessante band en hun album Head Over Heels heel goed. Ik was in die periode niet zo druk meer als muzikant en na samen gejamd te hebben kwam ik bij de band. Ik was 21 toen.

Cocteau Twins - TreasureWiM: Jij bracht je muzikaliteit en ervaring bij de band en in 1983, 1984 ontwikkelde het geluid van Cocteau Twins zich ook.
Dat beschouw ik als een compliment al weet ik niet zeker of die ontwikkeling direct door mij kwam. Hoe dan ook, Robin en Liz hadden mijn eerdere band Drowning Craze altijd goed gevonden en ik bracht een hoop ideeën en melodieën mee. Het maken van Pearly-Dewdrops’ Drops en The Spangle Maker was een leuke ervaring. Ik was nog wel ‘the new guy’ maar Robin was op een gegeven moment wel relaxed binnen de nieuwe setting. Bij het maken van Treasure kreeg ik het gevoel dat ik meer deed dan alleen bas spelen. We wisselden graag van instrument. Robin had natuurlijk al bas gespeeld op Head Over Heels. Onze samenwerking werd steeds hechter en soepeler. Treasure is historisch gezien een fascinerende plaat. Hij werd goed ontvangen maar was nog helemaal niet ‘af’. Er moest een plaat komen en we vertelden het label dat we de nieuwe songs klaar hadden maar eigenlijk hadden we niet veel meer dan improvisaties en jams. Treasure klonk anders dan alles al was dat geen vooropgezet plan. We waren gewoon weer onder invloed de studio ingedoken en met ons instrumentarium aan het rommelen gegaan.

WiM: Jullie verschenen ook op tv, al sloegen jullie Top Of The Pops bewust af.
Klopt. Top Of The Pops benaderde ons voor Pearly Dewdrops’ Drops. Wij vonden dat decor met dansende meisjes en ballonnen niet echt bij ons passen. Misschien hadden we het wel moeten doen, ik weet niet. Goeie bands als PiL, Echo & The Bunnymen, New Order en Teardrop Explodes deden het wel… New Order speelde er wel live, inderdaad ja. Ik weet het nog goed. PiL, die songs deden op de Whistle Test, dat was heel oorspronkelijk. We hebben ook wel tv-shows gedaan trouwens: de Whistle Test en later ook Jools Holland.

Cocteau Twins - Tiny DynamineWim: Jullie brachten regelmatig ep’s uit, zeker rond 1985 (The Spangle Maker, Aikea-Guinea, Echoes In A Shallow Bay, Tiny Dynamine). Was dat een geschikt formaat omdat jullie zoveel materiaal hadden?
Ik vind de ep een geweldig formaat. Het kost niet zoveel tijd. De muziekindustrie kan heel vreemd zijn: je rond een plaat af en dan kun je vervolgens zes maanden wachten voordat de release is. Al die ‘down time’ is vervelend. Er staan heel goede dingen op onze ep’s. Veel spontaan werk. Tegenwoordig is het allemaal veel meer industry based, met de nadruk op hele albums. Wij maakten ook nooit ‘b-kantjes’. Nee, we gingen gewoon de studio in om songs te maken en die konden dan voor de b-kant worden gebruikt. Dus dat waren geen ‘b-kantjes’. Dat waren gewoon nieuwe tracks en vaak nog beter dan veel albumtracks ook!

WiM: Jullie gingen ook naar Japan in die periode en zijn er later nog teruggekeerd…
Ja, we zijn er drie keer geweest. De eerste twee keren waren fascinerend, daarna was het nieuwe er een beetje af. We speelden vaak in klassieke concertzalen. Het publiek reageerde heel anders ontdekten we. Na het eerste nummer bleef het doodstil. Je kon een speld horen vallen! Dat denk je wel, uh-oh… hoeveel nummers moeten we nog..? Dan kom je er achter dat dat juist een goed teken is. Bij het tweede nummer staan ze vervolgens allemaal op. Ook Zuid-Amerika was bijzonder. Het was interessant maar ook vreemd om te zien hoe onze muziek de mensen in verschillende landen beroerde.