×

Artikel

23 juli 2012

Bob Mould

Bob Mould: The Hüsker Dü Years 1979-1985

Geschreven door: Edwin Hofman

Hüsker Dü - Land Speed Record

Het is alweer twintig jaar geleden dat Sugar het meesterwerk Copper Blue uitbracht. Voorman Bob Mould speelt momenteel met een nieuw trio een integrale versie van het album en doet daarbij de belangrijkste clubs van de wereld aan. Daarom heeft WiM besloten deze zomer de historie van Bob Mould en dus Hüsker Dü, Sugar en zijn solocarrière volop aandacht te geven. Deze week deel 1 van de serie: The Hüsker Dü Years 1979-1985.

Hüsker Dü werd in 1979 opgericht in Minneapolis, Minnesota. Grant Hart (drums/zang) en Greg Norton (bas/zang) kwamen uit de buurt, Bob Mould (gitaar/zang) groeide op in Malone, New York, maar studeerde aan het Macalester College in het naburige St. Paul. Hart en Mould waren begenadigde songschrijvers en muzikanten. De invloeden van Hüsker Dü waren legio: de punkpop van de Ramones, free jazz, postpunk, industriële muziek, de locale punkhelden The Suicide Commandos en hardcore van de Amerikaanse westkust.

Hüsker Dü - Land Speed RecordDe eerste single van Hüsker Dü uit 1980 was experimenteel en relatief traag: Statues / Amusement. Deze boeiende debuutsingle sloot bepaald niet aan bij de hardcoretrend van begin jaren tachtig. In 1981 deed Hüsker Dü een tournee door Canada en het westen van de VS, de Children’s Crusade Tour. Het zou een belangrijke rondreis worden die de band deed groeien en de heren bovendien in contact bracht met de Dead Kennedys. Terug in Minneapolis besloot de band om de homecoming gig van 15 augustus in de lokale 7th Street Entry Club op te nemen. De band speelde twee sets, een snelle en een langzame. De snelle set werd voor het luttele bedag van 350 dollar aan het vinyl toevertrouwd. De plaat kreeg de bijzonder treffende titel Land Speed Record mee. De hoes toonde een oude foto met daarop de kisten van de eerste slachtoffers van de Vietnamoorlog. 17 nummers in minder dan 27 minuten; de hele plaat paste met gemak op één kant van een D-60 cassette! Moulds Fender-versterker en Flying V-gitaar gaven een constante feedback. Het tempo was moordend. “Metal Machine Music meets punkrock”, stelde de bevriende journalist Terry Katzman.

Ondanks het maniakale karakter van Land Speed Record en de intense optredens kon de goede verstaander in 1981 al horen dat Hüsker Dü meer te bieden had dan hardcore. De single Statues was een eerste teken aan de wand. Verder hanteerde de band de regel “wie schrijft die zingt”, hetgeen dus verschillende vocalisten opleverde, iets wat in hardcorekringen ongebruikelijk was. De cover van de tv-show Gilligan’s Island was ook verrassend.

Mede dankzij een distributiedeal met Jello Biafra’s label Alternative Tentacles verkocht Land Speed Record heel aardig, met name aan de westkust en in Engeland. De plaat was het extreme statement dat Hüsker Dü  in 1982 op de kaart zette maar die tevens het einde markeerde van de eerste wilde jaren van de band. Teenage angst, frustratie en woede waren op luidruchtige wijze gekanaliseerd, het systeem was vrijgemaakt. Nu begon er langzaam ruimte te ontstaan voor muziek die minder extreem was maar wel stukken relevanter.

Hüsker Dü - Everything Falls ApartIn januari 1983 verscheen de tweede plaat: Everything Falls Apart. De plaat werd mede geproduceerd door Spot, de huisproducer van het label SST, dat onder meer Black Flag onder contract had staan. Duidelijk werd dat Hüsker Dü afstand begon te nemen van de hardcore-doctrines en -formules die elders in Amerika nog stand hielden. De relatief geïsoleerde ligging van Minneapolis leidde ertoe dat de band zich op eigen wijze ontwikkelde. Ook qua uiterlijk was Hüsker Dü anders: voor Mould, Hart en Norton geen mohawks of kale hoofden. Het trio liep er eigenlijk maar alledaags bij en liet de muziek het werk doen.

Boeiende tracks als Everything Falls Apart en Gravity waren nauwelijks nog te vergelijken met Land Speed Record: langzamer, melodieuzer en verstaanbaar. Bob Moulds gitaargeluid en strot waren echter nog steeds onontkoombaar. Grant Hart blonk uit in het stuiterende From The Gut. De single In A Free Land was al bekend en deed meer denken aan de ‘oude’ Hüsker Dü; de band speelde deze track dan ook al enige tijd live. Omdat het bloed nu eenmaal kroop waar het niet gaan kon, brachten de heren ook zeker nog een dosis hogesnelheidswerk met nummers als Blah Blah Blah en Punch Drunk.

Hüsker Dü - Metal CircusDe mini-elpee Metal Circus betekende in 1983 een volgende stap voorwaarts. De plaat werd eind 1982, begin 1983 opgenomen in Californië. In de Total Access studio ging niet alles van een leien dakje. De studio kwam zelfs zonder stroom te zitten omdat de elektriciteitsrekening niet betaald was. Uiteindelijk belandden er zeven songs op de plaat. Furieus als vanouds maar behoudens de track Lifeline weer verder verwijderd van het hardcoregeluid. Het ijzersterke, pakkende First Of The Last Calls handelde over Bob Moulds problemen met de fles, de opener Real World was een reality check voor punkers die achter holle slogans aanrenden en het van de optredens bekende Diane bleek op plaat een intense murder ballad met een vernieuwend geluid. Voortgestuwd door een holle, rollende bas werd de track halverwege door Moulds schrille gitaar huizenhoog opgetild. De potentie van Hüsker Dü bleek nog groter dan verwacht.  Diane zou in de jaren negentig, dankzij de cover van Therapy? een nog veel groter publiek bereiken.

Hüsker Dü was een trein die op stoom begon te raken in 1983. Als je landelijk iets wilde betekenen moest je zeker aan de Atlantische kust potten breken. De tournee die de band deed in het oosten van de VS was dan ook cruciaal. De dadendrang van Grant Hart en Bob Mould was groot. Voor het eerst leek zich een zekere competitie af te tekenen tussen de twee als het ging om het aanleveren van songs. Het voornaamste gevolg hiervan was een enorme lading aan nieuw materiaal in 1983, 1984. De band coverde de befaamde psychedelische klassieker Eight Miles High van The Byrds en maakte er een oerschreeuw gevat in melodieuze trash van. Het was een van de beste covers aller tijden. Live was Hüsker Dü intens. Voor het nieuwe album had Hüsker Dü grote plannen. Dit ging beter worden dan al het andere in 1983 en 1984. Er hing iets in de lucht.

Hüsker Dü - Zen ArcadeZen Arcade kwam uit in 1984 en bleek een unieke verzameling songs. 23 stuks, vrijwel allen in één take op de band geknald. In 85 uur had de band de hele klus geklaard, inclusief mixen. Zen Arcade was een dubbelelpee, dat was ongekend in Amerikaanse hardcore- en punkrockkringen. Er stonden pianoriedels op, een akoestisch nummer (Never Talking To You Again) en bizarre noise/psychedelica (Reoccurring Dreams). En daaromheen een indrukwekkende hoeveelheid songs die iets nieuws brachten, die een combinatie waren van punk, rock, noise en pop. Hüsker Dü bewandelde onbekende paden. In een indrukwekkend tempo, dat wel.

Over de plaat heen hing een vage verhaallijn van een tiener die zijn ruziënde, niet begrijpende ouders verlaat en de wijde wereld intrekt. Na een overdonderende stroom indrukken, emoties en frustraties lijkt alles maar een droom geweest te zijn.  De ijzersterke, snelle punk van openers Something I Learned Today en Broken Home, Broken Heart spraken luid en duidelijk. Het ongepolijste,  ontroerende Whatever eigenlijk nog meer : “I’m not the son you wanted, but what could you expect / I’ve made my world of happiness to combat your neglect”. In de melodieuze punkrock van Pink Turns To Blue werd een vriendin ten tonele gevoerd, een vriendin die het aflegde tegen drugs.

Drugs, drank, overmoed en jeugdige frustratie; Hüsker Dü kon nog steeds flink huishouden: Beyond The Threshold, Pride, I’ll Never Forget You en The Biggest Lie waren opgefokte punksongs waarbij Mould vocaal regelmatig alle registers opengooide. De meeste songs waren rusteloos en indrukwekkend. Hart mepte en roffelde als geen ander en Nortons bas zat prominent in de mix. Mould, die doorgaans tegelijkertijd met een Marshall- én een Fender-versterker werkte, gaf eigenhandig het album een geheel eigen klankkleur mee.

Zen Arcade werd in een oplage van minder dan 5000 geperst. Label SST had geen blind vertrouwen in deze plaat die een brug leek te slaan naar een groter publiek, een publiek dat de hardcore en punk van SST misschien helemaal niet goed kende. Toch leek een nieuw tijdperk te zijn aangebroken: Zen Arcade bereikte de college stations en SST-stalgenoot Minutemen bracht met Double Nickels On The Dime ook een uit zijn voegen barstende dubbel-elpee uit. Er leek in 1984 ineens veel meer mogelijk dan in de jaren ervoor. Uiteindelijk moest SST flink bijpersen want de eerste oplage van Zen Arcade was in rap tempo uitverkocht geraakt en niet zelden speelde Hüsker Dü in steden waar hun plaat gewoonweg niet te krijgen was.

Hüsker Dü

De liner notes van Zen Arcade spraken er al van: Joe Carducci, partner in SST, had voordat de dubbelaar überhaupt in de winkels lag, al om nieuwe plaat van de band gevraagd. Dit was geen punt voor de hogesnelheidstrein die Hüsker Dü was in die tijd. In januari van 1985, een half jaar na het baanbrekende Zen Arcade, lag de nieuwe Hüsker Dü al in de winkel: New Day Rising. Gemakkelijk was het niet gegaan. De band wilde zelf produceren en niet weer naar SST in Californië afreizen om met huisproducer Spot te werken. Uiteindelijk was het Spot die zijn koffers mocht pakken om naar de Nicollet Studio’s in Minneapolis te komen. De opnamen van de nieuw plaat verliepen in gespannen sfeer en Bob Mould zat producer Spot flink op de huid. Vele ogen waren nu gericht op de band. Het trio werd steeds mondiger en Spot was een van de eersten die dat gedurende langere tijd aan den lijve mocht ondervinden.

New Day Rising had te lijden onder het gekrakeel in de studio. De plaat klonk wat vreemd: schel, luid en soms afstandelijk. Het uitstekende The Girl Who Lives On Heaven Hill stond als een huis maar Grant Hart leek vanuit een put te zingen. Toch, New Day Rising stond garant voor vele klassesongs; nog steeds hard en confronterend maar regelmatig pakkend en melodieus. De folky punkpop van I Apologize was nuchter en down to earth maar vooral ook gewoon ijzersterk . Hüsker Dü klonk hier traditioneel maar toch; er was verder niemand die het op deze wijze flikte. Harts Terms Of Psychic Warfare en Books About UFOs waren ook relatief conventionele songs, gevoed door poppy melodieën en springende pianoklanken. De zagende gitaren bleven echter heersen.

Hüsker Dü - New Day RisingMoulds Celebrated Summer, een machtige track die akoestische introspectie combineerde met emotionele zang en gloedvolle gitaarstormen, was een hoogtepunt in het oeuvre van de band. Hetzelfde kon gezegd worden van de bezwerende samenzang op het alles verzengende New Day Rising, de hemelse noise van Powerline en de ultieme muzikale verwoording van verbittering: 59 Times The Pain.

New Day Rising werd ondanks de wat magere productie positief ontvangen. Ook deze plaat wist de weg naar de college radio te vinden. In de media doken vaker en vaker de termen college rock en indie rock op. Hüsker Dü had in ieder geval een flinke bijdrage geleverd aan de verbreding en verdieping van de Amerikaanse alternatieve gitaarrock. Niet alleen had het trio als een van de weinige groepen furieuze muziek weten te vangen in prima composities, ook bleek de band qua sound en songteksten steevast een hoogstpersoonlijke weg te bewandelen, wars van codes en formules. Daarmee was Hüsker Dü een van de wegbereiders van de Amerikaanse gitaargolf van eind jaren tachtig.