×

Artikel

14 februari 2019

Bob Mould

Bob Mould en de jaren na Sugar – deel II

Geschreven door: Edwin Hofman

In 2012 besteedde Written in Music uitgebreid aandacht aan de carrière van Bob Mould, ooit frontman van de legendarische gitaarbands Hüsker Dü en Sugar. Dit naar aanleiding van het 20-jarig jubileum van de Sugar-klassieker Copper Blue. We eindigden met de solo-jaren van Bob Mould, na Sugar. Inmiddels heeft Mould weer de nodige klappers aan zijn solo-discografie toegevoegd, met het net verschenen Sunshine Rock als nieuw hoogtepunt. Tijd dus voor Bob Mould en de jaren na Sugar, deel twee.

Met het wat rustigere Life And Times (2009) en het energieke Silver Age (2012) heeft Bob Mould laten horen nog steeds een relevante kracht binnen de Amerikaanse gitaarrock te zijn, na een reeks platen vanaf 2002 waarop hij meer met elektronica, beats, toetsen en stemvervorming in de weer was. Dat was even nodig geweest, na jaren van gitaargeweld. Hoewel die ‘experimentele’ albums natuurlijk hun momenten hadden (zeker Body of Song uit 2005) kun je je niet aan de indruk onttrekken dat Mould in 2012 muzikaal weer helemaal ‘thuisgekomen’ is. Bob Mould is zelf ook te spreken over Silver Age.

De live-shows zijn in 2011, 2012 weer krachtiger en energieker dan voorheen. Dat komt deels ook doordat Mould en zijn zijn kompanen Jason Narducy en Jon Wurster in die periode het werk van Sugar weer het podium op trekken. De Sugar-klassieker Copper Blue bestaat in 2012 twintig jaar en dat is iets om bij stil te staan natuurlijk. In Paradiso laat het trio horen weinig of niet te hoeven onderdoen voor de originele incarnatie van Sugar.

bob-mould-beauty-and-ruinIn 2014 komt Bob Mould – hij is inmiddels verhuisd van Washington D.C. naar San Francisco – met het bijzonder dynamische en krachtige Beauty & Ruin. Het is een staalkaart van alles waar hij voor heeft gestaan sinds eind jaren zeventig. Een urgente plaat ook die handelt over verlies en reflectie maar die ook doorpakt naar acceptatie en vooruitblikken. Het overlijden van zijn vader, gezondheidsproblemen in Moulds sociale kring en het meedogenloze voortschrijden van de tijd hebben de plaat een flinke urgentie meegegeven. ‘A lifetime of emotion in 36 minutes’, volgens platenlabel Fire. Mould vertrouwt Written in Music na de release toe veel songs staand te hebben geschreven; iets wat weleens een bijdrage aan de intensiteit van het materiaal kan hebben gegeven. Het dreigende Low Season, de emotie en de drive van The War, de pakkende, lichtvoetigere indiepop van Forgiveness en I Don’t Know You Anymore en het jachtige, harde Little Glass Pill, het zijn enkele voorbeelden van de kracht en diversiteit van Beauty & Ruin.

Het is duidelijk: Bob Mould houdt zijn hervonden vorm nu al jaren vast en met zijn bandgenoten kan hij inmiddels lezen en schrijven, iets wat natuurlijk enorm helpt bij het uitwerken van songideeën en het spelen van live-shows. Mould noemt zichzelf ‘a really good rhythm guitar player’ die ook als zanger en songschrijver nog wel wat kan. Dat laatste klinkt vrij bescheiden maar geeft aan dat hij voor zichzelf een duidelijk beeld heeft over waar hij zich als muzikant het best mee bezig kan houden.

bob-mould-patch-the-skyIn 2016 komt Patch The Sky uit, een plaat die dan ook vergelijkbaar is met zijn twee voorgangers en daar dus een mooi drieluik mee vormt. Inmiddels is ook Moulds moeder overleden. Dit geeft, net als bij Beauty & Ruin een extra lading mee aan de songs. Van de akoestisch getinte, fijne opener Voices In My Head tot de zwaardere, slepende finale Monument neemt Mould je weer mee in een achtbaan van emoties en gedrevenheid. Ook hier weer onontkoombare punkrockers als The End Of Things en Hands Are Tied, robuuste indierock (Lucifer And God) en lichtvoetiger werk als Losing Time.

Na Patch The Sky gooit Mould zijn leven overhoop door naar Berlijn te verhuizen. Hij behoudt zijn huis in San Francisco maar is voor het merendeel van de tijd in Berlijn te vinden waar hij een nieuw ritme vindt en ook waar geregeld het clubcircuit verkent. Als vanzelf vormt zich, aan het begin van de zomer het nummer Sunshine Rock en het optimistische karakter van die song zal de leidraad zijn voor nieuw materiaal. Samen met Jason Narducy en Jon Wurster neemt Mould later, in Californië, de nieuwe plaat op. De band verfraait een aantal tracks met een strijkorkest uit Praag en knalt er een bijzonder lekkere plaat uit, een album dat inderdaad vaak optimistischer, zonniger en melodieuzer klinkt dan we de afgelopen jaren hebben gehoord. De albumhoes van Sunshine Rock verwijst overigens naar jaren zestig artwork van platenlabel Capitol.

bob-mould-sunshine-rockMould neemt op de plaat hoorbaar afstand van de donkere kant die zijn teksten in het verleden vaak domineerde en besluit ook even niet in te gaan op het huidige Amerikaanse presidentschap. Het resultaat is een plaat die zich mag scharen onder zijn beste solo-albums en precies op tijd weer een nieuwe richting aan zijn muziek geeft. De titeltrack is een instant indierockfavoriet. Dat geldt ook voor Sunny Love Song. The Final Years is zelfs warm te noemen; een weldadige song om jezelf herhaaldelijk in te wentelen. De strijkers uit Praag geven de plaat een mooie extra laag mee, iets wat op een track als Lost Faith mooi naar voren komt. Op deze track wordt eens te meer duidelijk dat Bob Mould niet wenst te blijven hangen in doemdenken: ‘Really gotta stop this now, this is your / Last chance to turn around, I know we / All lose faith from time to time, you / Better find your way back home’. En natuurlijk, snel en hard rocken doet Mould nog steeds: luister maar eens naar Thirty Dozen Roses of de zinderende Shocking Blue-cover Send Me A Postcard Darling, in één keer op de band geknald.

Het leven in Berlijn heeft in ieder geval een kleurrijk album opgeleverd dat nieuwe wegen, nieuwe geluiden in Moulds songschrijven blootlegt. Meer optimisme en een warmer geluid, met op geregelde tijden weer een dosis zinderende punkpop/rock. Het zou zomaar eens de basis van een volgend trio fijne albums kunnen zijn.

Meer Bob Mould: